§ 5.1 Wat levert werk op?

Welkom  
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom  

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Is er werk voor jou?


5.1 Wat levert werken op?
5.2 Wat voor een onderneming
5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?
5.4 Als je zonder werk zit

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Woordweb    WERK 
  • Leerdoelen & uitleg 5.1
  • Zelfstandig aan de slag         
  • Leerdoelen check
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Woordweb    WERK 
Noteer alles wat je weet van werk
Als hulpmiddel :  wie, waarom, hoe
wanneer, wat levert het op? 

timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les weet je ...
  • wat voor redenen je kunt hebben om te werken
  • waarvan de hoogte van je loon afhankelijk is
  • hoe je je nettoloon kunt berekenen
  • wat het verschil is tussen wit, grijs en zwart werk
  • wat je minstens moet verdienen en hoe je dat omrekent voor een deeltijdbaan

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsmotieven = redenen om te werken
1. Geld verdienen
2. Jezelf ontwikkelen
3. Ritme
4. Nuttig en zinvol bezig zijn
5. Sociale contacten

Slide 6 - Tekstslide

(on)geschoold werk 
Ongeschoold
Geschoold

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Arbeidsovereenkomst
Individuele arbeidsovereenkomst.
  •  loon, uren, functie, afspraken
Collectieve arbeidsovereenkomst     ( CAO ) 
  • gezamenlijke afspraken in de bedrijfstak
  • vakbond en werkgever/werkgeversbond.

Vakbond = komt op voor belangen werknemer

Slide 9 - Tekstslide


Wit werk

Werk waarvoor je betaald krijgt en belasting + premies afdraagt

Grijs werk

Vrijwilligerswerk
Werk in het huishouden
Waarvoor je niet wordt betaald

Zwart werk

Betaalde arbeid waarover je geen belasting en premies betaald

Slide 10 - Tekstslide

Bruto- en nettoloon
 





Brutoloon - (loonbelasting + sociale premies) = nettoloon

Slide 11 - Tekstslide

Wat wordt je loon?
  • je hebt recht op het wettelijk minimumloon. 
  • dat is het brutoloon dat een werknemer vanaf 21 jaar en ouder minstens moet verdienen bij een volledige baan.

Slide 12 - Tekstslide

bron: Pincode blz. 133
jaar 2019

Slide 13 - Tekstslide

Loon omrekenen
  • Als je 15 bent, is het minimumloon € 490,71 per maand.
  • Een voltijdbaan is 40 uur per week.
  • Per week verdien je
  •  € 490,71 × 12 ÷ 52 = € 113,24
  • Per uur verdien je
  •  € 113,24 ÷ 40 = € 2,83     ( 2019) 

   
   
       2024:  € 4,10    uurloon 15 jaar


Slide 14 - Tekstslide

5.1 Wat levert werken op? 
Aan de slag!


Wat   Maak  opgaven  2, 4,  5,  6, 11, 13, 14 en
 naar keuze:  15  of 16  op blz. 130 /133
Hoe: alleen of met je buur   fluisterend overleg
Hulp: eerst je boek en ik loop rond voor vragen
Tijd: 15 minuten
We gaan het zo bespreken, iedereen kan de beurt krijgen!









timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat weet je nog van.....
  • wat voor motieven je kunt hebben om te werken
  • waarvan de hoogte van je loon afhankelijk is
  • hoe je je nettoloon kunt berekenen
  • wat het verschil is tussen wit, grijs en zwart werk
  • wat je minstens moet verdienen en hoe je dat omrekent voor een deeltijdbaan

Slide 16 - Tekstslide

                   Huiswerk
Afmaken van de opgaven   en   Lezen: §5.2      Noteer je vragen. 

Slide 17 - Tekstslide

Nettoloon berekenen
  • Het Nettoloon is dat wat je op je bankrekening gestort krijgt!!

  • Je berekent het nettoloon op de volgende manier:

  • Brutoloon - (loonbelasting+sociale premies) = Nettoloon

  • Wat wordt er met dit geld (loonbelasting + sociale premies = inhoudingen) gedaan?

Slide 18 - Tekstslide