Grammar Lesson 3 - INS: Present Simple

WELCOME to the 3rd lesson 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELCOME to the 3rd lesson 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TODAY'S LESSON
  • Verbs  
  • Present simple
  • Present continuous

    But first: early exam of not?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 persons can do the exam earlier
- Jordie    --> 10
- Francis  -->  8,8
- Reanke  -->  8,5
- Jeroen   -->  8,5
- Kirsten  --> 10

Do you wish to attend the lessons?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Er zit veel kennis van Engels, we gaan de komende weken de laatjes waarin deze kennis zit, proberen te openen.
Vandaag gaan we het hebben over de tijden
Werkwoordstijden 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Present Simple


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Wat is de present simple?

De present simple is de tegenwoordige tijd in het Engels:

                   We eat french fries every Sunday.

Hoe veel werkwoorden zie je in deze zin?
Waarom noemt men dit de 'present simple' denk je?


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We danced all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Not Present Simple
1
2
3
4
5

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je de present simple?

Wordt gebruikt bij een:
  • gewoonte
  • feit
  • iets dat regelmatig (niet) gebeurt

in het laatste geval komen vaak signaalwoorden voor in de zin, bijv.: usually, often, always, never, sometimes

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar de woorden hieronder, welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Simple en welke niet? 
Signal word
Not a signal word
Next Friday
Yesterday
Never
Wednesday
Often
Every week

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Hoe maak je de present simple?

Wanneer  is nu bekend.
Nu hoe maak je de present simple?
Daarbij kijken we naar:
  • de SHIT-regel
  • vragen
  • ontkenningen 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
De SHIT-regel

De SHIT-regel heeft te maken met: She, He, and IT.

De regel is:
Als het onderwerp she, he, of it is, komt er een -s achter het werkwoord in de Present Simple.

Dus: I dance --> she dances


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple

De SHIT-regel

Probeer logische zinnen te maken bij de volgende opdracht. Denk hierbij aan de SHIT-regel.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose
chooses
shouts
grow

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Vragen maken in de present simple

Om een vraag te maken in de present simple, moet je het werkwoord do vooraan in de zin zetten.

 I like ice cream.    -->       Do you like ice cream?

Als het onderwerp he, she of it is, moet je does gebruiken. Kijk ook even wat er gebeurt met de +s in het andere werkwoord.

Bob plays football.   -->      Does Bob play football?


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple


Vragen maken in de present simple

In de volgende oefening verander je de zin in een vraag in de present simple. Denk ook aan hoofdletters, vraagtekens en gebruik de SHIT-regel (do/does)!
                                     


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My dog likes meat.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

That tree looks 100 years old.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Vragen maken in de present simple

Het werkwoord 'to be' is bijzonder. 
Als het eerste werkwoord in de zin am, is, of are is, draai het dan om met het onderwerp.

She is very beautiful.  -->      Is she very beautiful?

'Is' wisselt van plek met het onderwerp. In deze gevallen, gebruik je geen do of does.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The old man always sits in his chair.
the old man always
in his chair?
Maak van de gewone zin in de present simple een vraag. 
Do
Does
Is
sits
sit
sitting
Did

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

She is my best friend.
she 
my best friend?
Do
Does
Is
Be
Am
Are
Did

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

They are at the club every Tuesday evening.
they
at the club every Tuesday evening?
Do
Does
Is
Be
Am
Are
Did

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

My sister likes everything pink.
my sister
everything pink?
Do
Does
Is
Be
likes
like
Did

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Ontkenningen maken in de present simple

Ontkenningen vertellen je dat iets niet zo is of iets niet gebeurt.
Je ziet dan het woord not in de zin, maar meestal zie je de korte vorm n't, zoals in don't of doesn't.

Bijv.     She doesn't see very well. 


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Ontkenningen maken in de present simple

Je maakt dus een ontkenning door don't of doesn't toe t voegen aan de zin. Denk hierbij weer aan de SHIT-regel!

Dus niet zo:                  I like not cookies. 

Maar zo:                          I don't like cookies 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Ontkenningen maken in de present simple

Kijk wat er gebeurt met het werkwoord in deze zin als je zin ontkennend maakt:

                                 He plays video games every day.

                        He doesn't play video games every day.

De +s verdwijnt achter het werkwoord als doesn't in de zin komt. Net als bij vragen maken in de simple present!


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple


Ontkenningen maken in de present simple

In de volgende oefening maak je de zin ontkennend in de present simple. Denk ook aan hoofdletters, vraagtekens en gebruik de SHIT-regel (don't/doesn't)!
                             Gebruik de korte vorm!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The girls wear the same dresses.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The boy always cleans his plate after eating.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Ontkenningen maken in de present simple

Het werkwoord 'to be' is weer bijzonder. 
Als het eerste werkwoord in de zin am, is or are is, kun je gewoon not toevoegen, Je hoeft in dat geval geen do or don't toe te voegen.

I am an English teacher.        
                  -->               I am not an English teacher.


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple

Ontkenningen maken in de present simple

In de volgende oefening maak je de zin ontkennend in de present simple. Denk ook aan hoofdletters, vraagtekens en gebruik de SHIT-regel (don't/doesn't)!
                             Gebruik de korte vorm!


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My dog is almost deaf.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My baby brother usually vomits after dinner.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra uitleg
https://youtu.be 
  •                                                                              PRESENT SIMPLE 



       

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies