4.4 Diagrammen lezen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

Welkom

Paragraaf 4.3 en 4.4 

Diagrammen lezen

Leg bladzijde 187 voor je open!

welke boek heb je als laatste uitgelezen?

Voorkennis

Wat weet je al?

Frequentietabel

er staat in hoe vaak iets voorkomt

kan horizontaal en verticaal

de getallen staan altijd van hoog naar laag

Klassenindeling

de klassenbreedte is 10, 0 hoort wel bij de eerste klasse, 10 niet 

je ziet hoeveel getallen in een bepaalde klasse vallen, niet welke getallen

bij een frequentietabel met klassen, kan je een histogram tekenen

Wat is een klassenindeling?

Er is wel eens een situatie dat er veel waarnemingsgetallen zijn, maar dat deze allemaal verschillend zijn. Het is dan niet handig om een frequentietabel te maken, want dan krijg je een grote tabel met alleen frequenties van 1 of 2. Dit is niet handig, daarom hebben we bedacht om groepen te maken voor de waarnemingsgetallen. Bijvoorbeeld van 0 - < 10, 10 -<20, 20 -<30 enz. Dit noemen we klassen. 

Van de klasse 20 -< 30, zijn 20 en 30 de klassengrenzen en is de klassenbreedte 10

Als je een gemiddelde wilt bereken dan gebruik je de klassenmiddens. Bij de klassen 20 -< 30 is dat 25. 

Wat is een klassenindeling?

Ga naar bladzijde 187 van je boek.

We maken met elkaar som 25

Histogram

staafdiagram bij een frequentietabel

staven staan tegen elkaar aan

frequentie staat op de verticale as

Hoe vaak is er in klas B2F
een 8 voor Engels
gehaald?

1. 1x
2. 9x
3. 3x
4. 11x

Bepaal de modus
en bereken de mediaan

1. modus = 6 mediaan = 6
2. modus = 6 mediaan = 7
3. modus = 7 mediaan = 6
4. modus = 7 mediaan = 7

Totaal aantal waarnemingen is 25

Bereken het gemiddelde
cijfer voor Engels
in klas B2F.

1. gemiddelde = 6,82
2. gemiddelde = 7,02
3. gemiddelde = 6,36
4. gemiddelde = 6,92

(1 x 4) + (9 x 5) + (11 x 7) + (3 x 8) + (1 x 9)=  159

159/25= 6.36

Lesdoelen

• Je leert een boxplot af lezen. 
• Je leert een boxplot te maken. 
• Je leert diagrammen af te lezen. 
• Je leert conclusies trekken aan de hand van een diagram. 

Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Uitleg theorie

Boxplot

kleinste getal

mediaan 

eerste gedeelte

mediaan

mediaan 

tweede gedeelte

grootste getal

Beelddiagram

is niet heel nauwkeurig

ieder plaatje stelt een aantal fietsen voor

Staafdiagram

de staven staan los van elkaar

bij iedere staaf staat waar het over gaat

de lengte van de staaf geeft de hoeveelheid aan

Lijndiagram

je kan een scheurlijn gebruiken

verbindt de stippen met lijnstukken

Zet bij de assen waar het over gaat

Cirkeldiagram

begint recht naar boven en gaat rechtsom (met de klok mee)

heeft een titel en een legenda

bestaat uit sectoren

Steelblad diagram

een ordening van getallen van klein naar groot

het kleinste getal is 5, het grootste getal is 41 in de bovenste tabel

je kan ook een dubbel steelblad diagram maken, bijvoorbeeld om verschil aan te geven. 

Je kan het!

Enkele oefeningen...

Een cirkeldiagram is verdeelt in......

1. Driehoeken
2. Diagrammen
3. Cirkels
4. Sectoren

In beide diagrammen staat precies hetzelfde. Welk diagram vind jij het makkelijkst af te lezen?

1. lijndiagram
2. staafdiagram

Bij het maken van de diagrammen is het onder andere belangrijk om een titel te geven en de namen bij de assen te zetten.

1. Waar.
2. Niet waar.

Wat kun je NIET bepalen met een boxplot?

1. Mediaan
2. Spreidingsbreedte
3. Kwartielafstand
4. Standaardafwijking

Wat kun je NIET bepalen met een boxplot?

1. Mediaan
2. Spreidingsbreedte
3. Kwartielafstand
4. Gemiddelde

Welke centrummaten gebruiken we?

1. Frequentiepolygoon en relatieve cumulatieve frequentiepolygoon
2. Grootste, kleinste en middelste waarnemingsgetal
3. Modus, Mediaan en Gemiddelde
4. Histogram, boxplot en frequentieverdeling

In onderstaand boxplot staan de schoenmaten van alle derdeklassers van het Mosa college verwerkt.

Welke van onderstaande beweringen zijn waar en welke zijn niet waar?

De helft van de meisjes heeft een schoenmaat tussen de 37 en 40.

De helft van de jongens heeft een schoenmaat die groter is dan 40

De meeste meisjes hebben een schoenmaat tussen de 38 en 40

75% van de jongens heeft een grotere schoenmaat dan 75% van de meisjes

waar

niet waar

waar

niet waar

Zet de juiste benaming bij de diagrammen

Histogram

Staafdiagram

Lijndiagram

Soorten diagrammen

Beelddiagram

Cirkeldiagram

Staafdiagram

Lijndiagram

Steelbladdiagram

Huiswerk

Maak in deze les:

Opgave 35 t/m opgave 53

Digitaal

Wat heb je geleerd van deze les?

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Lesafsluiting

• Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

• Klaar voor de quiz? 

In onderstaand boxplot staan de schoenmaten van alle derdeklassers van het Mosa college verwerkt.

Welke van onderstaande beweringen zijn waar en welke zijn niet waar?

De helft van de meisjes heeft een schoenmaat tussen de 37 en 40.

De helft van de jongens heeft een schoenmaat die groter is dan 40

De meeste meisjes hebben een schoenmaat tussen de 38 en 40

75% van de jongens heeft een grotere schoenmaat dan 75% van de meisjes

waar

niet waar

waar

niet waar

Zet de juiste benaming bij de diagrammen

Histogram

Staafdiagram

Lijndiagram

Soorten diagrammen

Beelddiagram

Cirkeldiagram

Staafdiagram

Lijndiagram

Steelbladdiagram

Tot ziens iedereen