In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Décrire en français
Slide 1 - Tekstslide
Pourquoi?
Je kunt een voorwerp/ persoon beschrijven aan de hand van de kleur, vorm en materiaal. Daarnaast kun je een foto van een landschap beschrijven. Wat zie je allemaal?
Slide 2 - Tekstslide
Décrire un objet
c'est un objet - het is een object
un truc - een ding
un animal - een dier
une personne - een persoon
Slide 3 - Tekstslide
Combinez les couleurs
jaune
bleu
noir
gris
rouge
vert
blanc
orange
rose
brun / marron
violet
Slide 4 - Sleepvraag
Noteer verschillende (Frans met NL vertaling) kleuren in dit woordweb.
Slide 5 - Woordweb
Welk woord hoort bij welk plaatje?
décrire
les cheveux
la peau
en metal
le bâtiment
en bois
légère
une personne
la bouche
les yeux
en plastique
rond
carré
la forme
le truc
lourd(e)
Slide 6 - Sleepvraag
C'est quoi?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Qu'est-ce que c'est ? C'est ....
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Décrire un paysage
Le temps
Les saisons
les activités
les préférences
Slide 11 - Tekstslide
Qu’est-ce que vous voyez sur chaque photo ?
Quel temps fait-il ? Quelle est la saison ?
Quels types d’activités peut-on faire ici ?
Quel paysage préférez-vous? Pourquoi ?
Slide 12 - Tekstslide
Comment décrit-on une personne en français ?
Décrire une personne
Slide 13 - Woordweb
Reliez les adjectifs aux émoticônes.
en colère
amusé
malade
amoureux
heureux
triste
surpris
déçu
fatigué
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Comment décrit-on une personne en français ?
Décrire une personne
Slide 17 - Woordweb
Doel behaald?
- Je kent in het Frans de kleuren, vormen en materialen.
- Je kan een object omschrijven met behulp van het geleerde.