B1C, B1D en B1G - les 4 - H3.5 Spelling en H2.6 Schrijven

Welkom! 


Nederlands
mevrouw Zuiderwijk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 


Nederlands
mevrouw Zuiderwijk

Slide 1 - Tekstslide



  • lesdoelen
  • bespreken gemaakte
     opdrachten
  • afronden H3.5 Spelling
  • uitleg theorie H2.6 Schrijven
  • maken opdrachten
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les heb je gecontroleerd hoe het gaat met het
     in het meervoud zetten van zelfstandig naamwoorden.
  • Aan het einde van deze les weet je wat een verslag is, maar ook
     hoe deze opgebouwd is en waar de inleiding en titel aan moeten
     voldoen.

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken gemaakt werk
H3.5 Spelling, opdracht 5 t/m 9

Slide 4 - Tekstslide

10a.

In onze tuin (groeien) een tiental (orchidee).
A
groeide - orchidees
B
groeide - orchideeën
C
groeiden - orchidees
D
groeiden - orchideeën

Slide 5 - Quizvraag

10b.

's Zomers (maken) ze onze tuin tot een kleurrijk geheel.
A
maken
B
maakden
C
maakte
D
maakten

Slide 6 - Quizvraag

10c.

Mijn moeder (verzorgen) de planten dagelijks.
A
verzorgte
B
verzorgde
C
verzorgten
D
verzorgden

Slide 7 - Quizvraag

10d.

Helaas (vaststellen) de huisarts bij mijn vader meerdere (allergie), bijvoorbeeld voor (orchidee) en (geranium).
A
stelde vast - allergiën orchideeën - geraniums
B
stelde vast - allergieën orchideeën - geranimi
C
stelde vast - allergieën orchideeën - geraniums
D
stelden vast - allergies orchideeën - geraniums

Slide 8 - Quizvraag

10e.

Mijn vader en ik (verwijderen) de planten als ware (botanicus).
A
verwijderde - botanici
B
verwijderen - botanicussen
C
verwijderden - botanicussen
D
verwijderden - botanici

Slide 9 - Quizvraag

10f.

Hij (planten) daarna een boompje op dezelfde locatie.
A
plant
B
plante
C
plantte
D
plantten

Slide 10 - Quizvraag

10g.

Jammer genoeg (verhuizen) ons gezin daarna alsnog.
A
verhuiste
B
verhuizde
C
verhuisden
D
verhuisde

Slide 11 - Quizvraag

H2.6 Schrijven
Opbouw van een tekst
  • inleiding           meestal één alinea
  • kern                  meerdere alinea's
  • slot                   meestal één alinea

Een verslag
  • schrijfdoel: informeren
  • logische (chronologische) volgorde, gebruik daarvoor
     signaalwoorden

Slide 12 - Tekstslide

H2.6 Schrijven
Een goede inleiding
  • onderwerp noemen
  • aandacht trekken a.d.h.v. een binnenkomer

Titel van een verslag
  • onderwerp noemen
  • belangrijke informatie aan het onderwerp toevoegen

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Even terug naar de lesdoelen
Hoe gaat het met het in het meervoud zetten van zelfstandig naamwoorden?

En vertel...wat kun je vertellen over het schrijven van een verslag?




Slide 14 - Tekstslide