Maak een overzicht van de verschillende soorten ontlasting en de betekenis daarvan. Maak hierbij gebruik van de Bristol Stool Chart.
Zoek ook uit wat je doet als iemand diarree heeft en wat je doet als iemand obstipatie heeft. Benoem wat je rapporteert in geval van diarree of obstipatie.
Benoem de onderdelen van het urinewegstelsel en verwerk deze in een tekening.
In de casus lees je dat mevrouw last heeft van buikpijn en moeite heeft met haar stoelgang. Dit komt doordat zij te weinig beweging heeft. Leg uit hoe dit tot elkaar in verhouding staat. Schrijf je uitleg op in je eigen woorden (maximaal ½ A4).