§7.2 Warmte - les 3

Lesplanning
  1. Klassikaal oefenen met soortelijke warmte
  2. Opgave 26 maken en bespreken
  3. Uitleg warmtegeleiding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
  1. Klassikaal oefenen met soortelijke warmte
  2. Opgave 26 maken en bespreken
  3. Uitleg warmtegeleiding

Slide 1 - Tekstslide

Donderdag
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je rekenen met de soortelijke warmte. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je de massa van de stof die je wilt verwarmen 3 keer zo groot maakt. Hoeveel keer meer energie heb je dan nodig?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1
Je verwarmt een blokje ijzer van
175 g en een temperatuur van 20 °C. Je voegt 6118 J aan energie toe. Wat wordt de eindtemperatuur van het blokje ijzer?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2
Een frituurpanheeft ene vermogen van 966 W. Bereken hoeveel minuten het duurt om 3,4 kg olijfolie op te warmen van 20 °C naar 150 °C. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
§7.2 opgave 26

Klaar, lees de theorie van §7.3 door.
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 26

P = 350 W                   t = 20 s
m = 150 g
c = 4,2 J/(g*⁰C)
Tbegin = 20 ⁰C

E  = ?
Tmax= ? 
Leg uit waarom dit de maximale temperatuur is.

Slide 7 - Tekstslide

Donderdag
§7.3 Warmtegeleiding

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee sneeuwpoppen staan naast elkaar. De ene sneeuwpop heeft een jas aan en de ander niet. Het is 7 ⁰C boven nul.
De sneeuwpop met jas smelt sneller.
De sneeuwpoppen smelten even snel.
De sneeuwpop zonder jas smelt sneller.

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Warmte VS temperatuur
Warmte
Warmte is de hoeveelheid energie die zich verplaats van een voorwerp met een hoge temperatuur naar een voorwerp met een lage temperatuur.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmtetransport
Warmte gaat van een plek met een hoge temperatuur naar een plek met een lage temperatuur. 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmtetransport

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleiding
  • Warmte wordt van de ene plaats in een vaste stof doorgegeven aan een andere plaats. 
  • Moleculen geven warmte door, door tegen elkaar te trillen. 
  • De moleculen blijven op hun plaats.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroming
  • Warmte verplaatst zich door de beweging van een gas of vloeistof.

  • Een warme vloeistof of gas is lichter waardoor het opstijgt.
Het water zorgt ervoor dat elk deel van het eten in contact komt met de warmte, terwijl het tegelijkertijd voorkomt dat het eten te heet wordt op 1 plek en daardoor zal verbranden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOT
COLD
Warmte verplaats zich alleen als er sprake is van een temperatuurverschil

Warmte stroomt  
van hoge naar lage
 temperaturen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straling
  • Warmte verplaatsing door straling.
    Als deze straling door een voorwerp wordt geabsorbeerd wordt dit voorwerp warm.

  • Er is geen tussenstof nodig.

  • Het kampvuur zendt zichtbare warmtestraling (licht) en onzichtbare warmtestaling (infraroodstraling) uit. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straling
Het zilverfolie weerkaatst de
straling waardoor de warmte bij
de kampeerder blijft.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straling
Elk voorwerp zendt straling uit.
Des te hoger de temperatuur van
het voorwerp des te hoger de stralingsenergie van de
uitgezonden straling. 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tegels van de badkamer voelen koud aan als je er met je blote voeten op gaat staan.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zit naast een kampvuur en voelt de warmte op je gezicht.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vloeistof in een thermometer wordt warm als je deze in een pan heet water zet.
A
Stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Warmte vasthouden
Isolatie
<img

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee sneeuwpoppen staan naast elkaar. De ene sneeupop heeft een jas aan en de ander niet. Het is 7 ⁰C boven nul.
A
De sneeuwpop met jas smelt sneller.
B
De sneeuwpop zonder jas smelt sneller.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
§7.3 opgave 29, 30 en 31

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies