15/1/25 - HA1b- Introductie Mens en Dier

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Agenda eerste uur

• Inloop + Absentie - 5 min

• Lezen - 10 min
• Instructie - 5 min
• Werken in tweetallen  - 20 min
• Bespreken klassikaal - 5 min
• Reflectie - 5 min

Doelen:

• Ik weet te benoemen wat een tijdscapsule is.
• Ik heb geleerd dat de 5w+h-vragen helpen belangrijke informatie van een tekst te vinden.

Lezen

Ik doe ondertussen de huiswerkcontrole!

Opdracht 1 t/m 6 van §2 (Thema B)

Opdracht 1 t/m 4 van §3 (Thema B)

Instructie

• Wat is een alinea?
• Wat is een deelonderwerp?
• Wat zou ik bedoelen met de kernzin van een alinea?
• Waar kan je deze vaak vinden in de alinea? Vooraan, achteraan of in het midden?
• Wat is een woordweb?

Instructie

Zet de belangrijkste informatie in de kernzin. Dat is meestal de eerste zin van de alinea en soms de laatste. De kernzin kan ook de tweede zin zijn; de eerste zin geeft dan vaak het verband met de vorige alinea(’s) aan..

Werken in tweetallen

Opdracht 1: oefen met kernzinnen

Opdracht 2: 

- Ieder kiest zelf een onderwerp waar hij/zij veel van weet

- Maak een woordweb

- Kies beiden 2 deelonderwerpen

- Schrijf ieder twee alinea's

- Kijk elkaars werk na.

- Na 20 minuten bespreken we de resultaten klassikaal

Kijken/Luisteren §5

We maken (klassikaal) opdracht 1 en 2 van §5

Werken aan weektaak

Maak: 

Opdracht 1 tm 4 van §5

Klaar?

Ga dan verder met de opdracht Literatuur (zie Teams)

Reflectie

• Wat hebben we deze les gedaan? 
• Wat vond je daarvan? Wat vond je goed gaan? En wat minder goed? 
• Zijn er dingen die je volgende keer anders zou willen?
• Heb je nog ideeën voor volgende lessen?

Agenda tweede uur

• Inloop + Absentie - 5 min

• Even wat anders: Gotcha! - 10 min
• Theorie - 10 min
• Werken in tweetallen - 20 min
• Reflectie - 5 min

Doelen:

• Ik weet hoe ik een instructie moet geven
• Ik heb gereflecteerd in tweetallen en kan benoemen wat ik geleerd heb hiervan.

Theorie

• Wat bedoel ik met 'INSTRUCTIE GEVEN'? 
• Kun je een voorbeeld geven hiervan?
• Je gebruikt vaak Doe-woorden en Opvolg-woorden. Kun je voorbeelden geven van deze woorden?

Theorie

Jullie maken zometeen, in tweetallen, opdracht 1 t/m 3 van §6. 

Hiermee oefenen jullie het geven van instructie. Tijdens de opdrachten reflecteren jullie met elkaar: 

• Gebruiken jullie simpele, korte instructies? 
• Praat iemand goed verstaanbaar? Praat iemand rustig en duidelijk? 
• Zijn de instructies goed opgevolgd?

Aan de slag

Maak opdracht 1 t/m 3 van §6. 

Werk in tweetallen.

Na 20 minuten bespreken we de opdrachten klassikaal. Doe dus je best met reflecteren tijdens de opdrachten! Wat ging goed? Wat kon beter? 

Klaar? Maak §5 af, of werk verder aan je opdracht Literatuur