Rusland heeft veel verschillende klimaten en landschappen.
Siberië, in het noorden, is dunbevolkt, de winters zijn lang en koud. In Siberië vind je naaldbomen(taiga) en berken. Verder naar het noorden zijn geen bomen meer maar toendra.
In het zuiden zijn lange zomers en minder koude winters. Er valt weinig neerslag. Het is te droog voor bomen. Daar vind je steppes, grote grasvlaktes.
In het westen groeien loofbomen. Een groot deel van Rusland heeft een landklimaat. Warme zomers, koude winters.
In de bergen is het altijd koud en vind je vaak een hooggebergteklimaat.