Doel: weten wat er van je verwacht wordt op het examen en voorbereidende oefening.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Tuesday (the) 22 (of) June
(nd)
22 June
Central Exam Practice
Doel: weten wat er van je verwacht wordt op het examen en voorbereidende oefening.
Slide 1 - Tekstslide
Centraal examen lezen/luisteren Engels
* Je maakt het examen bij het examencentrum van het ROC, Almelo of Hengelo (maar dat hoor je tijdig).
* Op het examen mag je gebruik maken van een PAPIEREN woordenboek Engels-Nederlands, zorg dat je dit bij je hebt.
* Zorg ervoor dat je ook je ID en eventueel faciliteitenpas bij je hebt.
* Je wordt ook schriftelijk uitgenodigd voor het examen, lees de brief door, daarin staat alles wat je nodig hebt.
* Je maakt het examen in je eigen tempo, dus ook de luisteropdrachten kun je terugspelen als dat nodig is.
Slide 2 - Tekstslide
Het examen lezen, stap 1
Je examen bestaat in totaal uit 8 opdrachten: lezen/luisteren/kijk+luister. Probeer ieder onderdeel op dezelfde manier aan te pakken:
Stap 1:
* Bekijk een leestekst eerst oriënterend. Let op de kop, de inleiding, de tussenkopjes en het slot. Let ook op illustraties als die er zijn. Lees de tekst daarna globaal van begin tot einde. Vraag je daarbij af:
- Wat is het onderwerp?
- Wat is het belangrijkste tekstdoel?
- Voor welk publiek is de tekst bedoeld?
- Hoe is de tekst opgebouwd?
Slide 3 - Tekstslide
Stap 2:
Lees de vraag op het scherm nauwkeurig.
Rechts op het scherm staat telkens één vraag. Lees die vraag nauwkeurig en vraag je af:
Over welk deel van de tekst gaat de vraag? Of gaat de vraag over de hele tekst?
Staat het antwoord in de tekst of moet je het antwoord zelf beredeneren?
Belangrijk: soms heb je voorkennis van een onderwerp, dat kan je helpen bij het begrijpen van de tekst, maar kijk bij het beantwoorden van de vraag of het antwoord echt in de tekst is terug te vinden.
Slide 4 - Tekstslide
Stappen 3 & 4
3: Zoek de informatie die je nodig hebt. Lees het tekstgedeelte met de informatie die je bij deze vraag nodig hebt. Doe dat nauwkeurig. Bij een leestekst kun je belangrijke woorden of zinnen aanstrepen, als je dat wilt. Probeer daarna zelf een antwoord op de vraag te geven (net zoals je zou doen als het een open vraag was).
4: Kies het juiste antwoord. Lees nu de meerkeuze-alternatieven op het scherm nauwkeurig door. Vergelijk ze met het door jou bedachte antwoord. Kies het alternatief dat het best bij jouw antwoord past. Als dat niet lukt, streep dan de antwoorden die zeker fout zijn, een voor een weg. Zo houd je het juiste antwoord over.