Unit 3.2 (les 1): Plurals

Gabriël
Esmee
Andries
Kiano
Tiago
Aileen
Anne-Roos
Anna
Anne-
Laura
Aimee
Fenna Z
Nadia
Fenna S
Donja
Anouk
Koen
Kyran
Taha
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gabriël
Esmee
Andries
Kiano
Tiago
Aileen
Anne-Roos
Anna
Anne-
Laura
Aimee
Fenna Z
Nadia
Fenna S
Donja
Anouk
Koen
Kyran
Taha

Slide 1 - Tekstslide

Hello!
What are we doing today?

Slide 2 - Tekstslide

Lesson planning
  • 5 words from the word list

  • Uitleg grammar unit 3.2: Plurals

  •  exercises

Slide 3 - Tekstslide

5 words from the word list
Write down the Dutch translation
1. dangerous
2. passenger
3. destination
4. luggage
5. to arrive

Slide 4 - Tekstslide

Lesson goals
  1. Je kan uitleggen hoe je meervouden gebruikt in het Engels. 
  2. Je kan zinnen maken met meervouden in het Engels.
Vooruitblik

Slide 5 - Tekstslide

How is it done?

Slide 6 - Tekstslide

Plurals
Grammar 3.2

Slide 7 - Tekstslide

Meervouden

Slide 8 - Woordweb

GEEN 'S

Slide 9 - Tekstslide

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -sis klank


watch - watches
dish - dishes

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Maak meervoud:
Chair
A
Chaires
B
Chairs

Slide 12 - Quizvraag

Maak meervoud:
Day
A
Days
B
Day's
C
dayes

Slide 13 - Quizvraag

Maak meervoud:
Bus
A
Buses
B
Buss
C
Busses

Slide 14 - Quizvraag

Maak meervoud:
car
A
car
B
cares
C
cars

Slide 15 - Quizvraag

Maak meervoud:
pineapple
A
pineapples
B
pineapple's
C
pineapplees

Slide 16 - Quizvraag

Maak meervoud:
village
A
village's
B
villages
C
villagees

Slide 17 - Quizvraag

Maak meervoud:
call
A
calls
B
calles
C
call's

Slide 18 - Quizvraag

Maak meervoud:
dog
A
doges
B
dogs
C
dog's

Slide 19 - Quizvraag

Maak meervoud:
boy
A
boy's
B
boys
C
boyes

Slide 20 - Quizvraag

Maak meervoud:
building
A
building's
B
buildings
C
buildinges

Slide 21 - Quizvraag

Maak meervoud:
Box
A
Box
B
Box's
C
Boxes
D
Boxs

Slide 22 - Quizvraag

Maak meervoud:
witch
A
witchs
B
witch's
C
witches

Slide 23 - Quizvraag

Maak meervoud:
laptop
A
Laptopes
B
laptops
C
laptopies

Slide 24 - Quizvraag

Get started
Homework:
 6, 7 & 8 (vanaf blz. 89)
& 2, 3 & 11 (vanaf blz. 88)
Work in silence until this timer runs out.
(Daarna mag je fluisteren)

Finished? --> Woordtrainer unit 3.2 (laptop)

timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Lesson goals
  1. Je kan uitleggen hoe je meervouden gebruikt in het Engels. 
  2. Je kan zinnen maken met meervouden in het Engels.
Vooruitblik

Slide 26 - Tekstslide

Bye!

See you on Thursday!

Slide 27 - Tekstslide