2.4 Strijden of Sporten

H2: De Grieken
Terugblik par. 2.3: Geloven, weten en maken
Uitleg par. 2.4: Strijden of sporten 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H2: De Grieken
Terugblik par. 2.3: Geloven, weten en maken
Uitleg par. 2.4: Strijden of sporten 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Terugblik par. 2.3 - zelfstandig maken (ong. 10 min.)
2. Uitleg par. 2.4 - zelfstandig maken (ong. 15 min.)
3. Aan de slag met het huiswerk par. 2.4 (ong. 10 min.)
Huiswerk vrijdag 13 november: par. 2.4 af (alle opdr.)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe de Grieken samen strijden tegen de Perzen, welke oorlog de Grieken onderling voerden en hoe de Grieken samen sportten ter ere van de goden.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik par. 2.3
.... twee vragen.....
Je mag je (werk)boek raadplegen bij het beantwoorden van de vragen.

Slide 5 - Tekstslide

Past afbeelding 17 (tekstboek,
blz. 31) bij de nieuwe wetenschappelijke manier van denken? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open vraag

De Grieken vormden een culturele eenheid. Geef daarvan drie voorbeelden.

Slide 7 - Open vraag

Doryphoros - ca. 440 v.Chr. - Griekse beeldhouwkunst
Griekse tempel met zuilen

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatting par. 2.3
  • Grieken geloofden dat goden zorgden voor gebeurtenissen in de natuur en samenleving. Met godenverhalen legden Grieken onbegrijpelijke dingen uit.
  • Vanaf de 6e eeuw v.Chr. gingen Grieken wetenschappelijk denken.  Met hun verstand deden ze onderzoek om gebeurtenissen te begrijpen.
  • Grieken bouwden symmetrische tempels met zuilen. Beeldhouwers maakten beelden die goed klopten met de werkelijkheid. Schilders schilderden over het dagelijks leven en over mythen. 
  • Alle Grieken spraken de Griekse taal, gebruikten het Griekse schrift, geloofden in dezelfde goden en vertelden elkaar dezelfde verhalen.
  • (zie ook tekstboek blz. 32)

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg par. 2.4: 
strijden of sporten

Je bent ongeveer 15 minuten bezig met het doorlezen van deze informatie en het kijken van de filmpjes.
Pak je oordopjes er maar vast bij voordat je verder gaat.

Slide 10 - Tekstslide

De Perzische oorlogen
Eerste Perzische oorlog: 492 - 490 v.Chr.
Tweede Perzische oorlog: 480 - 479 v.Chr.

Slide 11 - Tekstslide

Grieken tegen Perzen (I)

Op deze kaart zie je waar Perzië ligt ten opzichte van Griekenland. De Eerste Perzische oorlog vond plaats in de buurt van het plaatsje Marathon. De Tweede Perzische oorlog  bij Thermopylae en Salamis.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Grieken tegen Perzen (II)
  • De Grieken voerden vaak oorlog met elkaar, maar toen de Perzen kwamen moesten ze samen Griekenland verdedigen

  • Doordat Athene een opstand in het Perzische rijk steunde, had de Perzische koning Darius I een motief ( = reden) om Athene aan te vallen

  • De Grieken wisten in 490 v.Chr. de Perzen bij de stad Marathon te verslaan. Volgens een legende rende de Griekse boodschapper in één ruk de 40 km van Marathon naar Athene om de overwinning bekend te maken en viel daarna direct van uitputting dood neer. Of dit echt gebeurd is, weten we niet. Waarschijnlijk is het verhaal een mix van feiten (de winst van de Grieken) en verzinsels.
Met een groot leger trekken de Perzen door Griekenland. Bij het plaatsje Marathon worden de Perzen uiteindelijk verslagen. Om dit goede nieuws naar Athene te brengen, werd Philippides naar Athene gestuurd. Volgens de legende rende hij in één keer naar Athene. Hij rende daarmee de eerste marathon.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Grieken tegen Perzen (III)
  • In 480 v.Chr proberen de Perzen Griekenland nogmaals te veroveren

  • Het Perzische leger van ruim 300.000 man werd dagenlang tegen gehouden door slechts 300 Spartanen bij Thermopylae

  • Het gaf de Atheners voldoende tijd om de stad te ontruimen

  • Uiteindelijk werden de Perzen dankzij de Griekse samenwerking en de Atheense vloot verslagen en kwamen nooit meer terug

Slide 16 - Tekstslide

Grieken tegen Perzen (IV)
Bijna anderhalve eeuw later waren de rollen omgedraaid. In 334 v.Chr. viel een groot Grieks leger onder leiding van Alexander de Grote (l) Perzië binnen en veroverde daarna het hele Perzische rijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Peloponnesische oorlog
431 - 404 v.C

Slide 20 - Tekstslide

Grieken tegen Grieken
  • Na de Perzische oorlogen kwam er een Griekse burgeroorlog

  • De buitenlandse politiek van Athene was erg bazig. Ze drongen andere stadstaten democratie op en dwongen ze geld te betalen 

  • Sparta kon de houding van Athene niet waarderen. Ze kwamen in oorlog met elkaar en elkaars bondgenoten

  • De aanleiding (= directe oorzaak) voor de oorlog was een handelsconflict
In het rood Athene en zijn bondgenoten.
In het blauw Sparta en zijn bondgenoten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Vaardigheid: 
oorzaak, gevolg en aanleiding
Zie ook vaardigheid 9 in je tekstboek op blz. 110. 
Oorzaak: waarom of waardoor iets gebeurt. 
- Directe oorzaak = aanleiding, vaak kort geleden gebeurd
- Indirecte oorzaak = minder belangrijk, vaak ook langer geleden gebeurd
Gevolg: datgene wat gebeurt na de oorzaak.
- Direct gevolg = gebeurt op korte termijn na de oorzaak
- Indirect gevolg = gebeurt pas op een veel langere termijn na de oorzaak
Aanleiding: is de belangrijkste oorzaak voor een gebeurtenis 
                        ( = directe oorzaak)

Slide 23 - Tekstslide

Sport en godsdienst
  • Voor de Grieken was sport nauw verbonden met hun religie: sportieve prestaties waren voor hun een manier om de goden te eren
  • De Grieken hielden elke vier jaar de Olympische Spelen in Olympia ter ere van de oppergod Zeus. 
  • Voor de stadstaten die oorlog met elkaar voerden, waren de Spelen een argument om een onderbreking van de strijd af te spreken ( = wapenstilstand)



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Tijdens de Olympische Spelen werd aan verschillende sporten gedaan. Bijvoorbeeld wagenrennen....
.... maar ook verspringen. 

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag 13 november:
Maken van paragraaf 2.4: alle opdrachten. 

Slide 27 - Tekstslide