De gebiedende wijs- uitleg

De gebiedende wijs/ l'impératif
Objectif: l'impératif - de gebiedende wijs

A. Bron C p. 72 tb - uitleg
B. Toepassen: zelfstandig opdrachten maken

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De gebiedende wijs/ l'impératif
Objectif: l'impératif - de gebiedende wijs

A. Bron C p. 72 tb - uitleg
B. Toepassen: zelfstandig opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

 grammaire C p. 72tb
gebiedende wijs

Slide 2 - Tekstslide

Wat is volgens jou de gebiedende wijs?

Slide 3 - Woordweb

Hoe herken je in het Nederlands dat een werkwoord in de gebiedende wijs is?

Slide 4 - Open vraag

Gebiedende wijs in het Frans:


In het Frans heb je drie vormen van de gebiedende wijs


Slide 5 - Tekstslide

impératif: vorm n. 1
Tegen 1 persoon waar je jij  tegen mag zeggen.

je-vorm van het werkwoord min je  + uitroepteken

je parle -> parle!
je réfléchis -> réfléchis!
j'attends -> attends!


Slide 6 - Tekstslide

impératif vorm n. 2
Voorstel (laten we...)

nous-vorm van het werkwoord min nous + uitroepteken

nous parlons  ->  parlons!
nous réfléchissons -> réfléchissons!
nous attendons -> attendons!


Slide 7 - Tekstslide

impératif vorm n.3
Tegen 1 persoon waar je tegen zegt.
Tegen meerdere personen.

vous-vorm van het werkwoord min vous +  uitroepteken
vous parlez  -> parlez!
vous réfléchissez -> réfléchissez!
vous attendez -> attendez!



Slide 8 - Tekstslide

impératif
uitzonderingen




Slide 9 - Tekstslide

L'impératif

Slide 10 - Tekstslide

quelques exemples:

Aie Ayons du courage! Ayez de la patience!
Sois patiente!  Soyons patients! Soyez gentils!
Va faire tes devoirs! Allons au macdo! Allez, allez!

Slide 11 - Tekstslide

Leraar tegen de klas:
(parler) .... moins fort s’il vous plaît!
A
parle
B
parlez
C
parlons
D
parlent

Slide 12 - Quizvraag

Jij tegen je beste vriend(in):
(regarder) .... !
A
regarde
B
regardez
C
regardent
D
regardes

Slide 13 - Quizvraag

tegen de kinderen:
Vite, (prendre) votre petit déjeuner!
A
prends
B
prendez
C
prenez
D
prenons

Slide 14 - Quizvraag

je maakt een voorstel samen: (finir) nos devoirs avant d'aller au ciné!
A
finons
B
finissons
C
finissez
D
finez

Slide 15 - Quizvraag

Tegen je vriend: (vendre) ton vélo, il est moche!
A
vendez
B
vend
C
vends
D
vendons

Slide 16 - Quizvraag

Je broer doet je een voorstel aan ons,
(aller) .... au cinéma!
A
va
B
alle
C
allez
D
allons

Slide 17 - Quizvraag

met onkenning
Ne rate pas le bus!
Ne mange pas trop! 
Ne m'oublie pas!
Ne finis pas toute la tarte!
Ne rougissez pas!
Ne vends pas mes chaussures!
Ne m'attends pas!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

De gebiedende wijs
L'impératif

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Maak de zin af: reste calme et................

Slide 23 - Open vraag

Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?
Des questions? Tout est clair?

Slide 24 - Open vraag

Devoirs
Apprendre: bron C
Faire: opdrachten 13 en 14 online

Slide 25 - Tekstslide