herhaling

SO bespreken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SO bespreken

Slide 1 - Tekstslide

TL+
  • Jullie gaan stil leren in de gang voor de toets (heel hoofdstuk 1)
  • Bedenk vragen voor woensdag in de les over de stof wat jullie niet begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Jullie kunnen aan het einde van de les verschillende soorten kaarten onderscheiden.
Jullie kunnen aan het einde van de les het verschil herkennen tussen een meridiaan en een parallel.
Jullie kunnen aan het einde van de les het verschil tussen relatieve en absolute afstand uitleggen en uitleggen wat absolute ligging is. 
Jullie kunnen aan het einde van de les het graadnet tekenen met de benamingen erbij


Slide 3 - Tekstslide

Aantekening 

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 1
1p 1 Bekijk bron 1.
→ Wat voor soort kaart zie je in bron 1?






Bron 1 Het centrum van Sydney.





Slide 5 - Tekstslide

Vraag 2
1p 2 Bekijk bron 2.
→ Wat voor soort kaart zie je in bron 2?




Slide 6 - Tekstslide

Soorten kaarten 

Thematische kaart: Kaart over een onderwerp (thema), zoals bevolkingsdichtheid of het klimaat
Overzichtskaart: Een kaart die een overzicht geeft van een bepaald gebied, zoals een kaart met topografie.

Slide 7 - Tekstslide

vraag 3
 Als je iets wilt opzoeken in een atlas, dan kun je bijvoorbeeld de bladwijzers gebruiken.
→ Schrijf nog twee andere dingen op die je kunt gebruiken om iets op te zoeken in een atlas.

Slide 8 - Tekstslide

Manieren om iets op te 
zoeken in de atlas

Bladwijzer
Registers
Inhoudsopgave
Algemene legenda

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 7
2p 7 Bekijk bron 4.
a Is de Steenbokskeerkring een parallel of een meridiaan?
b Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Tekstslide

Meridiaan en parallel
Meridiaan: Denkbeeldige lijn van noordpool naar zuidpool die plaatsen met elkaar verbindt die op dezelfde lengtegraad liggen. Heet ook lengtecirkel
Parallel: Denkbeeldige lijn die plaatsen met elkaar verbindt die op dezelfde breedtegraad liggen. Loopt parallel (evenwijdig) aan de evenaar. Heet ook Breedtecirkel.

Slide 11 - Tekstslide

vraag 8
1p 8 Lees de volgende uitspraken.
Tess zegt: ‘De absolute ligging geef je aan met coördinaten in graden.’
Guido zegt: ‘De absolute ligging is de afstand van een plaats tot de evenaar in graden.’
→ Wat is juist?
A Tess en Guido hebben allebei gelijk.
B Tess heeft gelijk en Guido heeft ongelijk.
C Tess heeft ongelijk en Guido heeft gelijk.
D Tess en Guido hebben allebei ongelijk.

Slide 12 - Tekstslide

Absolute ligging=
Het snijpunt van een meridiaan en een parallel in lengte- en breedtegraden (coördinaten)
bijvoorbeeld: .....° Z.B. ....° O.L.

Slide 13 - Tekstslide

Relatieve afstand
  • Afstand in tijd en kosten.
  • Kan verschillen door vervoersmiddel of route.

Slide 14 - Tekstslide

Absolute afstand 
  • De afstand in een rechte lijn.
  • Veranderd nooit!!

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 9
2p 9 Bekijk bron 5.
               Koppel de volgende letters bij de cijfers in bron 5
A. evenaar
B. nulmeridiaan
C. noorderbreedte
D. oosterlengte

Slide 16 - Tekstslide

TEKEN MEE!!!

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 10
Vraag 10 IS PUUR LEREN!!!!!

Slide 18 - Tekstslide

Is dit een thematische kaart of een overzichtskaart?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor kaart zien we hier?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 20 - Quizvraag

Een ander woord voor lengtecirkel is...
A
Breedtecirkel
B
Meridiaan
C
Parallel

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je de denkbeeldige lijn die horizontaal en evenwijdig loopt aan de evenaar?
A
Breedtecirkel
B
Lengtecirkel
C
Meridiaan
D
Parallel

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de absolute ligging?
A
afstand tussen 2 plekken
B
coördinaten van een plaats

Slide 23 - Quizvraag

De relatieve afstand kan niet veranderen, de absolute afstand wel
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve afstand?
A
Er is geen verschil.
B
Absoluut is afstand in tijd, relatief is afstand hemelsbreed in km.
C
Absoluut is hemelsbreed in km, relatief is afstand in tijd.
D
Absoluut is in kilometers, relatief is in procenten.

Slide 25 - Quizvraag

Nu voor jezelf
Wat is 9?
Wat is 11?
Wat is 2?

Slide 26 - Tekstslide

Tijd over?
Zelf leren van heel hoofdstuk 1 en alvast vragen opschrijven voor woensdag!! Bijna toets week dus stel vragen als je die hebt!!!!!!!

Slide 27 - Tekstslide