AK eindtoets hfd 3 TH 2
Bekijk de bron.
Wat is nou dé conclusie die je kunt trekken over hoe water is verdeeld over de aarde?
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Bekijk de bron.
Wat is nou dé conclusie die je kunt trekken over hoe water is verdeeld over de aarde?
Slide 1 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een rivier heeft
altijd evenveel water.
altijd evenveel water.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Dit verschil in afvoer noem je regiem.
Wanneer hebben regenrivieren in West-Europa meestal veel water?
A
Lente en zomer
B
Herfst en winter
C
Winter en lente
D
Zomer en herfst
Slide 3 - Quizvraag
Het regent dan vaker en er verdampt weinig water.
Een gletsjerrivier heeft juist veel water in het voorjaar (lente). Waarom is dat zo?
A
In het voorjaar regent het veel
B
In het voorjaar smelt het ijs in de bergen
C
Omdat het vaak samen verder gaat met een regenrivier als gemengde rivier
D
In het voorjaar sneeuwt het veel
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als het regent stroomt het water:
Hoe heet zichtbaar water in rivieren?
Oppervlaktewater en grondwater kan opnieuw aangevuld worden.
Hoe noem je dat?
Hoe noem je dat?
Naar de rivieren en in de grond
oppervlaktewater
vernieuwbare voorraad
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zet de zinnen in de juiste volgorde van links naar rechts.
Over de hele wereld worden bossen gekapt voor landbouwgrond.
Daardoor zijn er minder bomen en wortels zijn die regenwater kunnen opnemen en grond kunnen vasthouden.
Water kan niet meer infiltreren.
Water vermengt zich met zand en er ontstaan modderstromen.
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Verdamping leidt tot een......................... van het oppervlaktewater.
Hierdoor is er .........................water beschikbaar als drinkwater of voor de............................ In sommige gebieden valt er..........................neerslag, waardoor het grondwater daalt.
Er is dus minder .......................van water. Daardoor wordt er al snel..................... gebruikt dan er beschikbaar is.
afname
toename
minder
meer
landbouw
waterkring
loop
meer
minder
aanvoer
afvoer
meer
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoger watergebruik
Minder water beschikbaar
bevolkingsgroei
ontbossing
watervervuiling
klimaatverandering
waterverspilling in de landbouw
hoge water-voetafdruk
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop boven een stad
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de afbeelding over de verdeling van het water.
Wat wordt met de 97,5% aangegeven?
Wat wordt met de 97,5% aangegeven?
A
grondwater
B
zoet water
C
zout water
D
water in meren
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is oppervlaktewater?
A
Water in sloten, meren, rivieren, kanalen en plassen
B
Water uit de bodem die aan de oppervlakte komt
C
Water alleen van rivieren en de zee
D
Alleen zoet water van de oppervlakte
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en
zeewater
B
grondwater en
zeewater
C
grondwater en
zout oppervlaktewater
D
grondwater en
zoet oppervlaktewater
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Verklaar waarom de Maas een regenrivier is?
Bekijk de bron.
Noem twee verschillen tussen de Maas en de Schelde.
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Verklaar waarom de Maas een regenrivier is?
Bekijk de bron.
Je kunt twee gegevens uit de bron halen.
Je hebt geleerd wat het begrip 'regiem' betekent, maar wat zou het 'debiet' van een rivier betekenen?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de bron.
In welke maand kun je spreken van de meeste nuttige neerslag?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Je hebt geleerd wat het begrip 'vernieuwbare voorraad' betekent. Welk begrip zou je het beste kunnen omschrijven als niet-vernieuwbare voorraad?
Slide 16 - Open vraag
Fossiel water ook goed rekenen
Er is genoeg zout water op aarde. Door ontzilten wordt dit zoet water. Waarom is er dan toch waterstress op aarde?
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de bron.
In welke richting stromen de rivieren de Eufraat en de Tigris in dit kaartje?
A
van rechtsonder naar linksboven
B
deze rivieren stromen niet meer door de stuwdammen
C
van linksboven naar rechtsonder
D
dit kun je niet zien op dit kaartje
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de bron.
Waaraan herken je een stuwmeer op het kaartje?
Zeg iets over de vorm/omvang van het meer en plek waar het meer ligt.
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de bron.
Stuwdammen hebben voor- en nadelen voor mensen in dit gebied. Noem een voordeel, een nadeel en jouw mening over het plaatsen van een stuwdam in het stroomgebied van een rivier.
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de onderdelen uit de drietrapsstrategie naar de juiste plek in het voorbeeld.
Vasthouden
Lozen
Bergen
Slide 21 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Leg uit van welk onderdeel van de drietrapsstrategie het Reevediep bij Kampen een goed voorbeeld is?
Slide 22 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Zandsuppletie en de zandmotor zijn bijna hetzelfde. Leg in eigen woorden uit wat het precieze verschil is tussen deze twee methodes om de duinenkust te beschermen.
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Als de duinen en dijken de Noordzee niet tegenhouden, dan staat Laag Nederland direct helemaal onder water.
Leg met het begrip 'dijkring' uit dat dit niet zo hoeft te zijn.
Leg met het begrip 'dijkring' uit dat dit niet zo hoeft te zijn.
Slide 24 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Als door klimaatverandering de ijskappen smelten, wat gebeurt er dan met de hoeveelheid water op aarde?
Slide 25 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
