Ademhalingsstelsel W3BOC groep week 3

COPD




week 3 ademhalingsstelsel 

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

COPD




week 3 ademhalingsstelsel 

Slide 1 - Tekstslide

terugblik op vorige week 
weet je het nog? 

Slide 2 - Tekstslide

Waar wordt de lucht die je in ademt verwarmd, gezuiverd en bevochtigd?
A
In de longblaasjes
B
In de neusholte
C
Aan het strottenhoofd

Slide 3 - Quizvraag

Wat sluit de luchtpijp af, als we slikken?
A
Het strotklepje
B
De longblaasjes
C
De mond

Slide 4 - Quizvraag

Waarom wordt de luchtpijp afgesloten als we slikken?
A
Om het infectiegevaar te beperken.
B
Om de slokdarm te openen.
C
Dan kan er geen voedsel, speeksel of drank in de luchtpijp komen.

Slide 5 - Quizvraag

Waar gaat de lucht uit je longen naar het bloed?
A
Aan het strottenhoofd.
B
In de longblaasjes
C
In de neusholte

Slide 6 - Quizvraag

In de longblaasjes gaat de zuurstof uit de lucht naar je bloed. Wat komt er dan in de plaats?
A
De afvalstoffen zoals koolstofdioxide, uit je bloed, gaan naar je longen om uitgeademd te worden
B
niets
C
Gebruikte zuurstof gaat naar je longen om uitgeademd te worden

Slide 7 - Quizvraag

Wat ademen we in?
A
Lucht, met veel verschillende gassen in. Vooral veel koolstofdioxide en weinig zuurstof
B
Zuivere zuurstof
C
Lucht, met veel verschillende gassen in. Vooral veel zuurstof en weinig koolstofdioxide.

Slide 8 - Quizvraag

Wat ademen we uit?
A
Zuivere koolstofdioxide
B
Lucht, met veel verschillende gassen in. Vooral veel koolstofdioxide en weinig zuurstof
C
Lucht, met veel verschillende gassen in. Vooral veel zuurstof en weinig koolstofdioxide.

Slide 9 - Quizvraag

WAT IS DYSPNEU?

Slide 10 - Tekstslide

OORZAKEN VAN DYSPNEU
1 Te weinig zuurstof in de buitenlucht: 
-  ijle lucht (op grote hoogte) 
-  rookontwikkeling tijdens brand 
 
2 Aandoeningen van het ademhalingsstelsel 
 (de luchtwegen/longen/borstkas/ademhalingscentrum): 
-  obstructie van de luchtwegen door een vreemd voor¬werp of slijm (CARA) 
- longoedeem 
- vocht achter de longen 
- longkanker 
- ingeklapte long 
- kippenborst 
- aantasting van de ademhalingsspieren 
- aantasting van het ademhalingscentrum 

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken dyspnoe 
3 Slechte longcirculatie: - slechte hartwerking 
    - longembolie 
 
4 Slecht zuurstoftransport:  - bloedarmoede (= anemie) 
 
5 Hyperventilatie 
 Hierbij is er geen sprake van zuurstoftekort, maar de patiënt heeft wel het gevoel van dyspneu. 

Slide 12 - Tekstslide

symptomen
- hulpademhalingsspieren worden extra aangezte
- wil niet plat liggen
- bij vocht en slijm gereutel
- stridor = piepende ademhaling
- neusvleugelen
- cyanose = blauwzucht

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag 
Aan het einde van de les:

  • Kan je uitleggen wat er verstaan wordt onder COPD.
  • Ken je minimaal 3 oorzaken en 3 symptomen van COPD.
  • Kan je minimaal 2 behandelmethoden benoemen.
  • Weet je hoe je een zorgvrager met COPD kunt ondersteunen. 








Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Het ademhalingsstelsel
  • Functie: uitwisseling van gassen →  zuurstof O² en kooldioxide CO²
  • Bovenste luchtwegen: neusholte,
    mondholte, keelholte en strottenhoofd
  • Onderste luchtwegen: luchtpijp,
    luchtpijpvertakkingen , longblaasjes.

Slide 16 - Tekstslide

Bloedvoorziening longen

Slide 17 - Tekstslide

Gasanalyse

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet jij over COPD?

Slide 19 - Woordweb

Luchtwegen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is COPD?
COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease
(COLA: Chronische Obstructieve Long Aandoening)

 COPD is een verzamelnaam voor onder meer de longziekten chronische bronchitis en longemfyseem. 
Het is een ongeneeslijke ziekte met ernstige benauwdheid als belangrijkste kenmerk.



Slide 22 - Tekstslide

Chronische bronchitis
Bij chronische bronchitis zijn de bronchiën, de vertakkingen van de luchtpijp, langdurig ontstoken.




 
  • Vernauwing
  • Benauwdheid 
  • Hoesten
  • Ademhalingsproblemen 
  • Sputum / slijm
  • Begint vaak mild, wordt erger 

Slide 23 - Tekstslide

Longemfyseem 
Bij longemfyseem gaan er langzaam steeds meer longblaasjes verloren. De longblaasjes zorgen ervoor dat zuurstof na het inademen in het bloed komt en dat afvalstoffen weer kunnen worden uitgeademd. Hoe minder longblaasjes er zijn, hoe moeilijker dit wordt.

  • Beschadiging longblaasjes.
  • Longblaasjes rekken gemakkelijk 
  • uit maar veren niet terug (slappe zak)
  • Niet goed kunnen uitademen --> 
  • verminderde gaswisseling. 


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat zijn oorzaken van COPD?

Slide 26 - Open vraag

Oorzaken COPD

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn symptomen van COPD?

Slide 28 - Open vraag

Symptomen COPD

Slide 29 - Tekstslide

Piepende ademhaling passend bij COPD

Slide 30 - Tekstslide

Stelling

" COPD is te genezen" 

Slide 31 - Tekstslide

Diagnose COPD vaststellen

  • Anamnese afnemen
  • Saturatie meten
  • Ausculteren (beluisteren) van de longen
  • Röntgenfoto (thorax)
  • Spirometrie 

Slide 32 - Tekstslide

Behandeling COPD

  • Aanpassen van leefstijl (roken, conditie)
  • Medicatie
  • Toediening van zuurstof
  • Het volgen van een intensief longrevalidatieprogramma
  • Fysiotherapie





Slide 33 - Tekstslide

kruiswoordpuzzel 
aan de slag! 

Slide 34 - Tekstslide

Medicatie
1. kortwerkende en langwerkende luchtwegverwijders via een puf of een tablet.
2. slijmverdunners. (acetylcysteïne)
3. Roflumilast remt de ontsteking in het longweefsel.
4. furosemide en spironolacton. 

Slide 35 - Tekstslide

welke medicatienamen
ken je qua pufjes?

Slide 36 - Woordweb

Begeleiding
  • Advies geven rondom leefregels bij COPD
  • Weinig energie --> ondersteuning ADL
  • Balans tussen activiteit en rustmomenten
  • Psychosociale begeleiding
  • Instructie geven bij inhalatiemedicatie en/of vernevelen
  • Longverpleegkundige 


Slide 37 - Tekstslide

Zijn de lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les:

  • Kan je uitleggen wat er verstaan wordt onder COPD.
  • Ken je minimaal 3 oorzaken en 3 symptomen van COPD.
  • Kan je minimaal 2 behandelmethoden benoemen.







Slide 38 - Tekstslide

voor volgende week 

Slide 39 - Tekstslide