K1b 21 maart

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Economie

Ga rustig zitten

pak je economie-boek en een pen

Moodboard inleveren

• Had je je moodboard nog niet ingeleverd?
• Lever hem nu in!

Afspraken

• Als ik iets vertel dan ben je stil
• Je blijft op je eigen plek zitten
• We gooien geen dingen door het lokaal

Waar denken jullie aan bij economie?

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat basisbehoeften en overige behoeften zijn
• Ik weet het verschil tussen directe en indirecte ruil
• Ik weet het verschil tussen goederen en diensten

 In dit hoofdstuk

Verstandig kopen

• 1.1: Wat wil je kopen?
• 1.2: Wie bepaalt wat je koopt?
• 1.3: Een steuntje in je rug
• 1.4: Uitkomen met je geld

Proefwerk

Begin zelfstandig

In stilte, zelfstandig:
Maak opdracht 1

Lees de blauwe tekst op bladzijde 10

Maak opdracht 2

Eerder klaar? Maak opdracht 3 en 4

7 minuten

Behoeften

Basisbehoeften:

• Eten zoals brood, melk, groente en fruit
• Kleding
• Een huis

Overige behoeften:

• Gamen
• Eten zoals chips of frisdrank

Nabespreken

Weten jullie het nog?

Wat zijn ambachtslieden en

handelaren?

Weten jullie het nog?

Wat zijn ambachtslieden en

handelaren?

Hoe zouden deze mensen betaald

worden?

Directe ruil

Indirecte ruil

Goederen en diensten

Als je iets koopt omdat je er behoefte aan hebt ben je consument.

Goederen: Voorwerpen die je kunt aanraken

Diensten: Wanneer iemand iets voor je doet

Wie kan hier een voorbeeld van geven?

Alles duidelijk?

Je gaat naar de supermarkt om groente te kopen.

Is dit een basisbehoefte of een overige behoefte?

Alles duidelijk?

Je gaat naar de supermarkt om groente te kopen.

Is dit een basisbehoefte of een overige behoefte?

Als je de groente koopt, is dat directe of indirecte ruil?

Alles duidelijk?

Je gaat naar de supermarkt om groente te kopen.

Is dit een basisbehoefte of een overige behoefte?

Als je de groente koopt, is dat directe of indirecte ruil?

Zijn groentes goederen of diensten?

Aan de slag!

• Lees de tekst op bladzijde 12 en 13
• Maak opdracht 3 t/m 9 van paragraaf 1.1. (huiswerk)
• Overleggen op fluistertoon
• Ik loop rond

• Klaar? Maak bladzijde 16

Nabespreken

Nabespreken

Controle

Wat zijn basisbehoeften?

Wat is het verschil tussen directe en indirecte ruil?

Wat is een consument?

Einde van de les

Hoe vinden jullie dat jullie gewerkt hebben?

Het huiswerk is opdracht 1 t/m 9 van paragraaf 5.1

(voor na de Fioweek)

Maandag gaan we gemiddeldes berekenen