Oefentoets H11 transport

H11 Transport
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H11 Transport

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het slagvolume?

Slide 3 - Open vraag

Een hartslag duurt 0.6 seconden. Bereken de hartslagfrequentie

Slide 4 - Open vraag

Welke hartfase hoort bij welke piek in het ECG?
P piek:....................................................
QRS piek:..............................................
T piek:.....................................................

Slide 5 - Open vraag

Iemand krijgt een hartstilstand. Hoe kan dit behandeld worden?
A
Dotteren
B
Bypass operatie
C
reanimeren
D
gezonder eten

Slide 6 - Quizvraag

Het samentrekken van de boezems wordt aangestuurd door:
A
de hersenstam
B
de sinusknoop
C
de kleine hersenen
D
de AV-knoop

Slide 7 - Quizvraag

Wat stroomt er door de linker kant van je hart?
A
Zuurstofrijk bloed
B
Zuurstofarm bloed

Slide 8 - Quizvraag

Welke kleppen zijn gesloten bij het samentrekken (systole) van de hartkamers?
A
slagaderkleppen
B
hartkleppen

Slide 9 - Quizvraag

kenmerken slagaders

Slide 10 - Woordweb

kenmerken haarvaten

Slide 11 - Woordweb

Welke gewervelde dieren hebben een dubbele bloedsomloop: vissen; vogels; zoogdieren; reptielen; amfibieën?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de functie van de kleine bloedsomloop?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke kracht helpt niet mee voor het watertransport door houtvaten?
A
worteldruk
B
verdamping
C
zwaartekracht
D
capillaire werking

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de bovendruk?
A
snelheid/kracht waarmee bloed door slagader gepompt wordt tijdens samentrekken linkerkamer
B
snelheid/kracht waarmee bloed door slagader gepompt wordt tijdens samentrekken rechterkamer
C
snelheid/kracht waarmee bloed door slagader gepompt wordt tijdens ontspannen linkerkamer
D
snelheid/kracht waarmee bloed door slagader gepompt wordt tijdens ontspannen rechterkamer

Slide 16 - Quizvraag

In welk type bloedvat is een grootste schommeling van de bloeddruk?
A
haarvat
B
ader
C
slagader

Slide 17 - Quizvraag

Door welke twee kenmerken van aders stroomt het bloed in je benen terug naar je hart?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het verband tussen de stroomsnelheid van het bloed en de gezamenlijke diameter van de bloedvaten?

Slide 19 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van een rode bloedcel?
A
hebben geen celkern
B
kunnen door de wand van een bloedvat
C
bevatten hemoglobine
D
bevatten ijzer

Slide 20 - Quizvraag

Welk molecuul in een rode bloedcel bindt aan zuurstof?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat zal er gebeuren als je een mutatie hebt in een stollingsfactor?

Slide 24 - Open vraag

Leg uit wat het hormoon EPO voor invloed heeft op je lichamelijke prestaties.

Slide 25 - Open vraag

Welke moleculen veroorzaken de colloïd osmotische waarde?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Glucose
D
Eiwitten

Slide 26 - Quizvraag

lymfevatenstelsel

Slide 27 - Woordweb

Welke overeenkomst hebben lymfevaten en aders?
A
gesloten systeem
B
vervoeren bloed
C
bevatten knopen
D
bevatten kleppen

Slide 28 - Quizvraag

Waar gaat lymfevocht uiteindelijk naartoe?
A
uitgescheiden via de nieren
B
naar de sleutelbeenader
C
dat zweet je uit
D
plas je uit

Slide 29 - Quizvraag

VRAGEN?

Slide 30 - Tekstslide