Absolutisme

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Tijdvak 6

De tijd van regenten en vorsten (1600-1700)

In het boek: hoofdstuk 3

Wat gaan we vandaag doen?

- Wat weten we al?

- Aantekening

- Opdracht

- Afsluiten

Wat weten wij al?

Denken, Delen, Uitwisselen

- Denken: Schrijf op wat je weet over Lodewijk XIV (2 minuten)

- Delen: Bespreek met je buurman wat je allemaal hebt opgeschreven (3 minuten)

- Uitwisselen: Klassikaal (3 minuten)

L'état, cést moi!- De staat, dat ben ik 

• De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  

• Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht. 
• Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)

• Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

De Zonnekoning

• Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
• Hij werd koning toen hij 5 jaar was. Tot zijn 23e werd Frankrijk daarom bestuurd door eerste minister Mazarin.

• Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had.

De drie standen

Eerste stand: Geestelijken

Rechten: Ze hoefden geen belasting te betalen

Plichten: geen

0,5 % van de bevolking

Tweede stand: Adel

= mensen met een titel zoals hertog, bisschop (je hoorde alleen bij de tweede stand als je geboren was in de tweede stand.

Rechten: Ze hoefden geen belasting te betalen

Plichten: geen

1 % van de bevolking

Derde stand: Boeren & Burgers

= de rest

Rechten: geen

Plichten: Zij moesten belasting betalen

98,5 % van de bevolking

De opdracht

Wat: De drie standen-opdracht

Hoe: Deze maak je op het blad of in je schrift.

Hoelang: 25 minuten

Op welke manier: in stilte 

Klaar: Maak de opdrachten uit het werkboek.

In hoeverre heeft de docent absolute macht op school? Leg uit!

Afsluiten

-Huiwerk voor donderdag 25 oktober: maak de drie standen-opdracht en maak de foto-opdracht in groepjes.

- Vanmiddag het 7e uur SO in lokaal 210!