Argumenteren en mening verwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Argumenteren

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Wat is een argument?

1. een argument is bewijsbaar
2. een argument is een reden waarom jij iets vindt

mening

feit

standpunt

objectief

subjctief

stellingname

kun je over discussiëren

kun je controleren

Maak onderscheid tussen stelling, standpunt en argumentatie

Theorie 

Stelling: een bewering over een onderwerp om een discussie op gang te brengen.

Standpunt: daarmee geef je je mening (vóór of tegen) over dat onderwerp.

Argumentatie: redenen waarmee je anderen overtuigt van je standpunt.

Kinderopvang moet voor alle ouders ten minste drie dagen in de week gratis worden.

1. stelling
2. standpunt
3. argument

Door kinderopvang gratis te maken wordt het toegankelijk voor ieder kind. Het is dan net als het onderwijs een publieke basisvoorziening. Bron: Groenlinks

1. stelling
2. standpunt
3. argument

Door kinderopvang gratis te maken bevorderen we de kansengelijkheid, omdat kinderopvang bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Ook geeft het ouders vrijheid om werk en zorg te verdelen. Bron: GroenLinks

1. stelling
2. standpunt
3. argument

Enkele stellingen

Wat is jouw standpunt en argumentie?

Alcohol moet verboden worden voor jongeren tot 20 jaar.

1. stelling
2. standpunt
3. argument

Ben je vóór of tegen?

1. voor
2. tegen
3. geen mening

Wat is je argumentatie?

Organisatoren van evenementen moeten bij de toegang een vaccinatiebewijs of negatieve testuitslag kunnen vragen.

1. stelling
2. standpunt
3. argument

Ben je vóór of tegen?

1. voor
2. tegen
3. geen mening

Wat is je argumentatie?

Ziektekosten moeten voor iedereen gelijk zijn zodat er geen verschillen meer zijn in het "pakket" en de vergoedingen.

1. stelling
2. standpunt
3. argument

Ben je vóór of tegen?

1. voor
2. tegen
3. geen mening

Wat is je argumentatie?

Zijn er nog vragen?

Volgende week

Kerstviering