Burgerschap- Les 1 Media

BURGERSCHAP
 

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

BURGERSCHAP
 

Slide 1 - Tekstslide

AFSPRAKEN
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 2 - Tekstslide

BURGERSCHAP: Thema 5
Thema 1   Kiezen
Thema 2  De samenleving
Thema 3  Democratie
Thema 4  Werken
Thema 5  Veiligheid
Thema 6  Media
Thema 7  Consumeren
Thema 8  Gezondheid


Slide 3 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel 13-11:
Les 1 – Communicatie en media

Je leert:

  • Je leert wat communiceren is.
  • Je leert wat media is.
  • Je krijgt inzicht in eigen mediagebruik.













DEZE WEEK MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Leerwerkboek: Les 1: pag. 196 - 202

Slide 5 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media

  • 20 minuten zelf werken
  • Maak het huiswerk van deze les.
  • Pagina 196 - 200
  • Startopdracht: gewoon maken

timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Communicatie:
“Het delen van informatie.”

Massacommunicatie: communicatiemiddelen met een groot bereik. (meerdere ontvangers)
Terugkoppeling: de mogelijkheid om te reageren op informatie die met je gedeeld wordt.

Slide 7 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media

Media                                 =                              Pers

Onder media verstaan we:
  • Online (Nieuwswebsites)
  • Kranten (ook Tijdschriften)
  • Televisie (Journaals)
  • Radio (Journaals)


Deze worden soms ook wel de ‘Vierde macht’ genoemd.



Slide 8 - Tekstslide

Social media

* online met elkaar in contact komen (voordelen en nadelen).
privacygevoelig (Bedrijven gebruiken gegevens voor advertenties).
* FOMO (concentratie, uitgerustheid)
* brengt liefde, vriendschap, zelfexpressie, 
   maar ook polarisatie, verslaving en depressie.



Slide 9 - Tekstslide

Opdracht (social) media

Slide 10 - Tekstslide

Functies van de media

Informerende functie: Media informeren men over zaken die er toe doen.
Opiniefunctie: Media zorgen ervoor dat wij onze meningen vormen.
Spreekbuisfunctie: Platform geboden aan burgers om hun verhaal te verkondigen.
Agendafunctie: Politici houden zich ermee bezig omdat erover bericht is.
Controlerende/Waakhondfunctie: Media controleren de overheid.

Slide 11 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media

Landelijke kranten:
NRC, Reformatorisch dagblad, Telegraaf, AD, Trouw, Financieel dagblad, Volkskrant
Populaire kranten: Telegraaf en AD
Kwaliteitskranten: NRC, Trouw, Volkskrant
Verschil tussen deze twee zijn de lezers
Regionale kranten: Het Parool, Noord-Hollands dagblad enz.


Slide 12 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media

Nederland heeft een duaal omroepstelsel. (duaal = 2)
Dat betekent dat wij in Nederland naast 1. commerciële omroepen ook
2. publieke omroepen hebben.


  • Welke zenders zijn commercieel en welke horen bij de publieke omroep?
  • Publieke omroepen hebben als doel te zorgen voor een gevarieerd aanbod.
  • Hiervoor worden zij gefinancierd door de overheid.
  • Kan iemand mij vertellen waarom de overheid hier aandacht aan besteedt?


Slide 13 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media


  • RTL 4, 5, 7 en 8
  • SBS 6 en 9, Net 5
  • Veronica, MTV, TLC, Comedy Central, Discovery Channel,
    National Geographic, Nickelodeon, FOX
  • Voornaamste doel is winst maken
  • Laten meer reclame zien dan publieke omroepen
  • Programma’s zijn veel meer gericht op amusement.


Slide 14 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media

NPO (voorheen Nederland 1, 2 en 3). Verschillende omroepen:

Slide 15 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media


Wat is het nut van de publieke omroep?
De publieke omroep heeft als doel om objectieve informatie te verspreiden. Commerciële media hebben als doel geld te verdienen met het verspreiden van informatie of het amuseren van de doelgroep(en).

BNN:
De Grote Donorshow (2007)
BNN wil met een show een doodzieke patiënt haar nieren laten weggeven
aan iemand mocht zij overleiden



Slide 16 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media


FILMPJE DE GROTE DE DONORSHOW

https://www.donorregister.nl/

Slide 17 - Tekstslide

Les 1 – Communicatie en media

Slide 18 - Tekstslide

Terugblik 13-11:
Les 1 – Communicatie en media

Je weet nu wat over:

  • Je leert wat communiceren is.
  • Je leert wat media is.
  • Je krijgt inzicht in eigen mediagebruik.













DEZE WEEK MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Leerwerkboek: Les 1: pag. 196 - 202

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van meningsuiting betekent dat je je mening mag laten horen, zonder dat de overheid zich daarmee bemoeit.

Maar als je iets zegt of schrijft wat voor andere mensen kwetsend of beledigend is, kan de rechter je achteraf wel straffen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Journalistieke regels
Professionele journalisten moeten volgens bepaalde regels werken. De regels gelden voor gedrukte media zoals kranten en tijdschriften, maar ook voor radio, tv en internet.

Slide 22 - Tekstslide

Persvrijheid en censuur
Persvrijheid is het recht om te onderzoeken wat je wilt en daarover te publiceren zonder controle vooraf.

Censuur is controle vooraf op wat er in de media gepubliceerd wordt.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Je wereldbeeld wordt bepaald 
door de nieuwsmedia die jij volgt

Slide 26 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van informatie

Nepnieuws is onjuiste informatie die bewust en met een bepaald doel door iemand is verspreid.

Mogelijke redenen voor het verspreiden van nepnieuws zijn:
  1. Geld verdienen door middel van ‘clickbaits’
  2. De publieke opinie beïnvloeden

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Herkennen van nepnieuws
https://jeugdjournaal.nl/artikel/2376664-uitgezocht-waarom-is-het-moeilijk-om-nepnieuws-te-herkennen.html

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Propaganda
Een soort communicatie wat als doel heeft om het gedrag of houding van een gemeenschap te beïnvloeden in de richting van de eigen positie.

Slide 31 - Tekstslide

Propaganda herkennen
  • Sterke emoties oproepen
  • Tegenstanders aanvallen
  • Inspelen op noden of waarden van het publiek
  • Informatie vereenvoudigen (eenzijdig beeld)

Slide 32 - Tekstslide

Burgerschap Media
informatie beoordelen
cyberpesten

Slide 33 - Tekstslide

Les 2. Nieuwsmedia 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Cyberpesten

Slide 38 - Tekstslide

Les 4 – Informatie beoordelen

Slide 39 - Tekstslide

Waarom komt online pesten veel voor onder jongeren? (bedenk minimaal 2 redenen)

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Wat vond je van het filmpje? 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Wat feiten en cijfers
  1. Eén op de zes jongeren stuurt wel eens een naaktfoto of -video naar een vriend of vriendin

  2. Jongens en meiden 'sexten' ongeveer evenveel (sexting gebeurt het meest onder de wat oudere jongeren vanaf 18 jaar)

  3. Sexting kan strafbaar zijn (wanneer je een foto of video bezit van een minderjarige, kan je hierom worden aangeklaagd ==> WvS: "kinderporno")

  4. Denk altijd goed na voordat je iets doorstuurt (geldt voor alles!)

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video