Voorbereiding LKT Maatschappijleer

Voorbereiding LKT 
- over de toets
- algemene tips
- meerkeuzevragen
- leerstrategieën 
- vragenuurtje?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorbereiding LKT 
- over de toets
- algemene tips
- meerkeuzevragen
- leerstrategieën 
- vragenuurtje?

Slide 1 - Tekstslide

Literatuur
Welke literatuur kun je bestuderen?

-> Zie blackboard voor de literatuurlijst (en extra suggesties)
-> Podcasts, YouTube filmpjes (universiteit van Nederland, Khan 
     academy, etc.)
-> Boekenposters met interessante non-fictie!
-> Lees de krant of een opinietijdschrift zodat begrippen beklijven

Slide 2 - Tekstslide

Over de toets
Kijk op 10voordeleraar.nl !

105 vragen verdeeld over 8 domeinen
120 minuten

Oefentoets: https://toetsafname.10voordeleraar.nl/practice 

Slide 3 - Tekstslide

105 vragen...
In vier blokken

Dat is een lange zit! Concentratie?

Afleiding vermijden of bewust opzoeken?

Voldoende tijd!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Raceplan
Waar ben je goed in?

Hoeveel tijd heb je in totaal? En per blok?

Blijf kalm!

Neem alle tijd...

Slide 7 - Tekstslide

HOE

PAK 

JE 

DIT 

AAN?

Slide 8 - Tekstslide

Meerkeuzevragen
- Gegeven, gevraagd, goede antwoord, 2 of 3 alternatieven

- Gegeven schetst een context
- Gevraagd past in context
- Niet alle vragen kennen een 'gegeven'. 

- Lees en herlees

Pure - Groningen

Slide 9 - Tekstslide

Alternatieven

- Er zijn twee of drie alternatieven.
- De alternatieven staan in een willekeurige volgorde.
- Soms is er een goed antwoord én een beter antwoord.
- Er is geen Mickey Mouse alternatief!

Slide 10 - Tekstslide

Aanpak meerkeuzevragen
- Lees de vraag.
- Herlees de vraag.
- Formuleer, waar nodig, in eigen woorden.
- Wees gespitst op ontkenningen.
- Denk even na voor je de alternatieven gaat bekijken.

Slide 11 - Tekstslide

Als je de vraag leest en je denkt het antwoord vrij zeker te weten:

- Beantwoord de vraag voor jezelf zonder naar de alternatieven te kijken. 

- Bepaal welke elementen er in het antwoord moeten zitten.

- Vergelijk jouw 'antwoord' met de alternatieven
een voorbeeld van zo'n vraag: 

Slide 12 - Tekstslide

Waar bestaat het kabinet uit in Nederland?

Slide 13 - Woordweb

Te makkelijk?
  • Iedere student vergist zich weleens. 
  • Als je het antwoord even in jezelf zegt of snel opschrijft, voorkom je vergissingen. Zeker als het alternatief er niet tussen staat. 
  • Nog een keer, maar dan op een andere manier:

Slide 14 - Tekstslide

Waaruit bestaat de regering in Nederland?
A
Minister, staatssecretarissen en de Koning
B
Ministers en Koning
C
Eerste en Tweede Kamer
D
Ministers, Eerste en Tweede Kamer

Slide 15 - Quizvraag

Als je het een moeilijke vraag is...
  • Bedenk eerst wat het antwoord zou kunnen zijn.
  • Schrijf steekwoorden en begrippen op die volgens jou in het   antwoord zouden moeten zitten. 
  • Bekijken de alternatieven. 
  • Onderzoek of er (delen van de) alternatieven niet kloppen
  • Streep weg wat niet in de buurt komt. 

Slide 16 - Tekstslide

Als je geen idee hebt...
  • Geen paniek, er zijn 104 andere vragen. 
  • Kun je de vraag in eigen woorden stellen?
  • Zijn er (delen van de) vraag die je begrijpt?
  • Welke associaties  heb je met die onderdelen? (brainstorm)
  • Wat weet je van die verschillende associaties? (mindmap)
  • Zijn er (delen van de) alternatieven die je kent? (voeg toe)
  • Kun je een (matig) beargumenteerde keuze maken?
Of ga naar de volgende vraag

Slide 17 - Tekstslide

Samengevat
Sla moeilijke vragen eerst over.
Of: geef moeilijke vragen twee minuten tijd en ga dan naar een andere vraag. 
Lees en herlees (of herformuleer) de vraag!
Vergelijk de alternatieven waar je tussen twijfelt
Kies en blijf bij je keuze

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Leerstrategieën
Oefenen met:
- welk woord weg
- omschrijven met 'taboewoorden'
- mindmappen; maken en uitwisselen
- zelf meerkeuzevragen maken

Slide 20 - Tekstslide

Welk woord weg?
categoriseren
kenmerken vergelijken
van moeilijk naar makkelijk
meer opties mogelijk?

Slide 21 - Tekstslide

Welk woord weg?
A
Hond
B
Konijn
C
Hamster
D
Eekhoorn

Slide 22 - Quizvraag

Leg uit...
  • Waarom is eekhoorn goed?

  • Waarom is hond ook goed?

Slide 23 - Tekstslide

Taboewoorden
Leg uit wat parlement is zonder gebruik te maken van:

Eerste Kamer
Tweede Kamer
Volksvertegenwoordiging

Slide 24 - Tekstslide

Wat leer je ervan?
Associëren
Verbanden leggen
Uitbreiden woordenschat
Oefenen met begrippen uit de kennisbasis


Slide 25 - Tekstslide

Mindmapping
Begrippen herhalen
Begrippen aan elkaar verbinden

Toetsen of je de begrippen juist categoriseert. 

Een voorbeeld:

Slide 26 - Tekstslide

Taken en bevoegdheden Tweede Kamer

Slide 27 - Woordweb




Vragen?

Slide 28 - Tekstslide