T6 BS2

T6 BS2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

T6 BS2

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje
- Uitleg T6 basisstof 2
- Opdrachten T6 basisstof 2 maken
- Test jezelf T6 basisstof 2 maken (groene score = af)

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.

Slide 2 - Tekstslide

Kringloop
Leerdoelen:
6.2.3 Je kunt uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
6.2.4 Je kunt de kringloop van stoffen beschrijven.
6.2.5 Je kunt aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet.

Slide 3 - Tekstslide

Planten zijn producenten
Elke voedselketen begint met planten. Dat komt doordat planten het voedsel maken voor mensen en dieren. Een ander woord voor maken is produceren. Daarom noemen biologen planten producenten. Planten produceren voedsel door fotosynthese.

De eerste schakel van een voedselketen is altijd een plant (producent). 

Slide 4 - Tekstslide

Dieren zijn consumenten
Dieren eten de stoffen die door planten zijn gemaakt. Een ander woord voor eten en drinken is consumeren. Biologen noemen dieren daarom consumenten

Dieren (consumenten) vind je in de tweede en volgende schakels van voedselketens.

Slide 5 - Tekstslide

Reducenten
Afvaleters eten dode dieren en planten. Maar ze eten niet alle dode resten op. Een deel blijft achter. Bacteriën en schimmels breken ook ander afval van organismen af. Bijvoorbeeld dode bladeren en poep. Een ander woord voor afbreken is reduceren. Biologen noemen bacteriën en schimmels daarom reducenten.

Reducenten behoren niet tot de voedselketens en ook niet tot een voedselweb. 

Slide 6 - Tekstslide

Kringloop van stoffen
Bij het afbreken van de dode resten van organismen komen voedingsstoffen voor planten vrij. Planten nemen deze stoffen weer op. Zo worden stoffen in de natuur steeds weer opnieuw gebruikt.
Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters, bacteriën en schimmels uiteindelijk weer bij planten terecht. In de natuur maken alle stoffen een kringloop.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Biologisch afbreekbaar afval
Bacteriën en schimmels breken het afval van planten en dieren af. Daarom noem je het afval van planten en dieren biologisch afbreekbaar afval.

Mensen gebruiken planten en dieren om allerlei producten te maken. Een deel van die producten wordt afval. Bijvoorbeeld broodkorsten, schillen en vleesresten. Dit afval is ook biologisch afbreekbaar, omdat schimmels en bacteriën (reducenten) dit afval kunnen afbreken.

Slide 9 - Tekstslide

Niet-biologisch afbreekbaar afval

Dit afval bestaat niet uit resten van organismen. Schimmels en bacteriën kunnen dit afval niet afbreken. Daarom noem je dit afval niet-biologisch afbreekbaar afval. Bijvoorbeeld glas, blik en peuken van sigaretten. Ook kunststof (plastic) is niet biologisch afbreekbaar. Reducenten kunnen plastic niet afbreken. Daardoor blijft het lang in het milieu liggen. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de lesstof van T6 basisstof 2 (6.2)

Maak de opdrachten van T6 basisstof 2 (6.2)

Maak de test jezelf van T6 basisstof 2 (6.2), groen = af. 

Slide 11 - Tekstslide