In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Repetitie H3 water NOVA havo2
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Met welke fase-overgang heb je te maken als: (noem de naam van de fase-overgang) vloeibare tin in een vormpje afkoelt tot vast tin?
Slide 4 - Open vraag
Met welke fase-overgang heb je te maken als: (noem de naam van de fase-overgang) ’s winters je bril beslaat als je van buiten naar binnen gaat?
Slide 5 - Open vraag
Met welke fase-overgang heb je te maken als: (noem de naam van de fase-overgang) een plas regenwater op straat verdwijnt?
Slide 6 - Open vraag
Met welke fase-overgang heb je te maken als: (noem de naam van de fase-overgang) je in een winkel de geur van verschillende stukken zeep vergelijkt?
Slide 7 - Open vraag
Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof
Slide 8 - Sleepvraag
Welke fase? Sleep naar het juiste vak
Vast
Vloeibaar
Gas
rijp
sneeuw
waterdamp
mist
Dauw
nevel
wolk
regen
hagel
zichtbaar stoom
Slide 9 - Sleepvraag
Wat betekent ‘ijken van een thermometer’?
Slide 10 - Open vraag
Leg uit hoe je een thermometer ijkt, beschrijf dit ijken in vier stappen.
Slide 11 - Open vraag
Hoe heten de onderdelen van de thermometer waar de letters A en B bij staan? (klik op afbeelding om te vergroten)
Slide 12 - Open vraag
Laat door middel van een berekening zien (en gebruik je geodriehoek) welke temperatuur de thermometer aanwijst als het vloeistofpeil bij de letter B staat. (klik op afbeelding om te vergroten)
Slide 13 - Open vraag
Hoe noem je het verschil tussen de hoogste en laagste temperatuur die je met een thermometer kunt meten? (klik op afbeelding om te vergroten)
Slide 14 - Open vraag
Waarom is het niet nodig om het bereik van een koortsthermometer gelijk te hebben aan de een thermometer die van 0°C tot 100°C gaat?
Slide 15 - Open vraag
In welke fase is het kokend water de eerste vier centimeter na de tuit van de fluitketel (A) als er de eerste vier centimeter niets te zien is?
Slide 16 - Open vraag
In welke fase is het kokend water vier centimeter na de tuit van de fluitketel (B) als er nà vier centimeter een wolkje zichtbaar is?
Slide 17 - Open vraag
In Alaska kan de buitentemperatuur soms wel –50 °C worden. Kan een kwikthermometer wel of niet gebruikt worden om deze buitentemperatuur te meten? Leg duidelijk je antwoord uit. Smeltpunt kwik is -39 °C.
Slide 18 - Open vraag
Leg uit in welke fase alcohol van –110 °C verkeert. smeltpunt - 114 °C en kookpunt 78 °C
Slide 19 - Open vraag
Leg uit in welke fase aceton van –98 °C verkeert. smeltpunt - 95 °C en kookpunt 56 °C
Slide 20 - Open vraag
Welke stof(fen) is/zijn vloeibaar bij 250°C? (Tabel is zoombaar)
Slide 21 - Open vraag
Melanie doet een experiment waarbij ze in een geïsoleerd bekerglas een vaste stof verwarmt. Ze maakt een tabel waarin ze iedere minuut de temperatuur noteert. Wat voor soort diagram wordt dit?
Slide 22 - Open vraag
Mel doet een experiment waarbij ze in een vaste stof verwarmt. Zie tabel hiernaast (zoombaar) Bij welke temperatuur vindt een fase-overgang plaats? Verklaar je antwoord
Slide 23 - Open vraag
Mel doet een experiment waarbij ze in een een vaste stof verwarmt. Ze maakt een tabel waarin ze iedere minuut de temperatuur noteert. Bij welke fase(n) zijn er aanwezig bij 5,5 minuut?
Slide 24 - Open vraag
De moleculen in een vloeistof hebben een vaste plaats
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
De moleculen van een vloeistof trekken elkaar aan
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Een druppel water heeft een vast volume.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Als de temperatuur stijgt, gaan de moleculen minder hevig trillen.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
In de winter wordt de ruitensproeier van een auto met een andere vloeistof gevuld dan in de zomer. Is het smeltpunt van de wintervloeistof lager of hoger dan dat van de zomervloeistof? Verklaar je antwoord.
Slide 29 - Open vraag
Door het gebruik van ruitensproeier vloeistof ontstaat er op de autoruit een mengsel van ijs en ruitensproeiervloeistof, waardoor het ijs smelt. Is het smeltpunt van het mengsel ijs/ruitensproeiervloeistof lager of hoger dan 0 °C? Verklaar je antwoord.