3.2 Een wisselkoers - een deelmarkt van de valutamarkt
3.3 De wisselkoers - de valutamarkt als geheel
3.4 De invloed van de wisselkoers op de binnenlandse markt
3.5 Wisselkoerssystemen en wisselkoersbeleid
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3 de wisselkoers
3.1 de prijs van een munt
3.2 Een wisselkoers - een deelmarkt van de valutamarkt
3.3 De wisselkoers - de valutamarkt als geheel
3.4 De invloed van de wisselkoers op de binnenlandse markt
3.5 Wisselkoerssystemen en wisselkoersbeleid
Slide 1 - Tekstslide
Agenda les 1
Stof SE2
Uitleg par 3.1 en 3.2
Zelf aan de slag
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Stof SE 2
Economisch beleid hoofdstuk 1 t/m 4
Wereld economie hoofdstuk 1 t/m 3
Slide 3 - Tekstslide
Verband betalingsbalans en WK
Vraag en aanbod van de munt is op de valutamarkt> prijs is de wisselkoers
Ontvangsten op de betalingsbalans > vraag naar de munt stijgt
Uitgaven op de betalingsbalans > aanbod van de munt stijgt.
Bij landen met een materieel overschot op de betalingsbalans, zal de koers van hun munt stijgen, omdat de vraag naar de munt op de valutamarkt groter is dan het aanbod.
Bij landen met een materieel tekort op de betalingsbalans zal de koers van hun munt dalen omdat de vraag naar hun munt op de valutamarkt kleiner is dan het aanbod.
Slide 4 - Tekstslide
Valutamarkt en wisselkoers
Wisselkoers is de prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt.
De prijs van een munt( de wisselkoers) wordt bepaald door vraag en aanbod op de valutamarkt.
Stijging van de wisselkoers = appreciatie
Een daling van de wisselkoers = depreciatie
Slide 5 - Tekstslide
Par 3.2 wisselkoers grafisch
De vraaglijn heeft een dalend verloop. Hoe lager de koers van de euro, des te goedkoper zijn de producten uit het eurogebied voor het buitenland. Dus vraag naar Euro’s stijgt dus WK euro/usd stijgt = appreciatie
De aanbodlijn is stijgend. Hoe hoger de koers van de euro, des te goedkoper zijn de producten uit het buitenland. Dus aanbod stijgt.
Als gevolg van een stijging van de vraag naar euro’s op de valutamarkt, verschuift de vraagcurve naar rechts van V1 naar V2. De wisselkoers stijgt van € 1 = $ 1,30 naar
€ 1 = $ 1,35.
Slide 6 - Tekstslide
Zelf aan de slag les 1
Lees paragraaf 3.1
Maak opdracht 3.1 t/m 3.5
Lees paragraaf 3.2
Maak opdracht 3.6 t/m 3.8
Slide 7 - Tekstslide
Huiswerk les 1
Lees paragraaf 3.1
Maak opdracht 3.1 t/m 3.5
Lees paragraaf 3.2
Maak opdracht 3.6 t/m 3.8
Slide 8 - Tekstslide
Agenda les 2
Uitleg par 3.3 en 3.4
Zelf aan de slag
Huiswerk
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 de wisselkoers
3.1 de prijs van een munt
3.2 Een wisselkoers - een deelmarkt van de valutamarkt
3.3 De wisselkoers - de valutamarkt als geheel
3.4 De invloed van de wisselkoers op de binnenlandse markt
3.5 Wisselkoerssystemen en wisselkoersbeleid
Slide 10 - Tekstslide
Effectieve koers
De gemiddelde koers van de eigen munt t.o.v. de belangrijkste handelspartners
Gewogen gemiddelde afhankelijk van aandeel handel handelspartner
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Maak nu opdracht 3.9
Hoe: zacht fluisterend overleg tweetal naast elkaar toegestaan
Tijd: 8 min
Klaar: ga verder met opdracht 3.10
timer
8:00
Slide 13 - Tekstslide
antwoorden opdracht 3.9
A= 7,81/96,2x100= 8,12
B=100-21-20,4-18,6-9,8-9,7-5,9-4,5= 10,1
C=1,20x95,8/100=1,15
D= (130,4/102,6) x 100= 127,1
Slide 14 - Tekstslide
Saldo LR en financiële rekening
Handelsoverschot > per saldo aanbod van de munt > kapitaaluitstroom
Handelstekort > per saldo vraag naar de munt > kapitaalinstroom
Internationale kapitaalstromen reageren niet op verandering WK. Alleen rendement belegging en investering heeft invloed.
Slide 15 - Tekstslide
Par. 3.3 + 3.4 VERBANDEN: Wisselkoers, internationale handel, werkgelegenheid en inflatie
Veranderingen van wisselkoersen > invloed op de omvang van de internationale handel en daarmee op de productie en de werkgelegenheid.
Wisselkoers euro daalt > producten eurogebied goedkoper. (Internationale concurrentiepositie Eurogebied verbeterd > Europese export neemt toe.
Door een daling koers euro > import eurogebied neemt af > producten uit niet eurogebied duurder.
Slide 16 - Tekstslide
Inflatie beïnvloedt de wisselkoers
Als de inflatie in de eurolanden hoog is > verslechtert de internationale concurrentiepositie > minder vraag naar exportproducten > vraag euro’s daalt > de wisselkoers daalt ook.
2 soorten inflatie:
1. kosteninflatie: Inflatie kan zich voordoen als grondstofkosten en loonkosten van de bedrijven stijgen en bedrijven deze kosten doorberekenen in hun prijzen.
2. Bestedingsinflatie: EV (Effectieve Vraag) >aanbod dus P stijgt
Slide 17 - Tekstslide
Wisselkoers beïnvloedt de inflatie
Een verandering van de wisselkoers heeft op haar beurt invloed op prijspeil:
Als de euro apprecieert > geïmporteerde producten goedkoper > daling van de importprijzen wordt doorberekend in de binnenlandse prijzen > inflatie laag
Door Export kan de inflatie verminderen als de wisselkoers stijgt
Door appreciatie wordt de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland slechter en zal de export en dus de productie dalen. Hierdoor daalt de bezettingsgraad en zal de kans op inflatie afnemen.
De inflatie die samenhangt met een hoge bezettingsgraad noemen we bestedingsinflatie. (HOGE EV)
Slide 18 - Tekstslide
Inflatie> WK (Par 3.3)
Oorzaak > Gevolg
Inflatie in de eurolanden is hoog > verslechtering van de internationale concurrentiepositie > vraag naar exportproducten daalt > vraag euro’s daalt > WK daalt.
Slide 19 - Tekstslide
WK> Inflatie (par 3.4)
Oorzaak > Gevolg
IMPORT:
Als de euro apprecieert > geïmporteerde producten goedkoper >daling van de importprijzen doorberekend in de binnenlandse prijzen > inflatie laag
EXPORT:
Door appreciatie euro wordt de concurrentiepositie t.o.v. het buitenland slechter en zal de export dalen > vraag daalt > productie daalt > bezettingsgraad daalt > kans op inflatie neemt af.
Slide 20 - Tekstslide
Zelf aan de slag les 2
Lees paragraaf 3.3
Maak opdracht 3.9 t/m 3.12
Lees paragraaf 3.4
Maak opdracht 3.13 t/m 3.17
Slide 21 - Tekstslide
Huiswerk les 2
Lees paragraaf 3.3
Maak opdracht 3.9 t/m 3.12
Lees paragraaf 3.4
Maak opdracht 3.13 t/m 3.17
Slide 22 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 de wisselkoers
3.1 de prijs van een munt
3.2 Een wisselkoers - een deelmarkt van de valutamarkt
3.3 De wisselkoers - de valutamarkt als geheel
3.4 De invloed van de wisselkoers op de binnenlandse markt
3.5 Wisselkoerssystemen en wisselkoersbeleid
Slide 23 - Tekstslide
Agenda les 3
Uitleg par 3.5 wisselkoerssystemen en wisselkoersbeleid
Zelf aan de slag
Huiswerk
Slide 24 - Tekstslide
Spilkoersen
Wordt wisselkoers vastgesteld
Is spilkoers of pariteit
Bandbreedte is %
Slide 25 - Tekstslide
Evenwichtskoers binnen bandbreedte
Evenwichtskoers buiten bandbreedte
Slide 26 - Tekstslide
Beleid Deense bank bij koers buiten bandbreedte
Directe interventie,
waarbij de centrale bank zélf valuta’s gaat kopen of verkopen op de valutamarkt.
Indirecte interventie,
waarbij de centrale bank door middel van het aanpassen van de geldmarktrente beleggers beïnvloedt, zodat op deze wijze (indirect) de vraag naar de valuta verandert en dus de koers.
Slide 27 - Tekstslide
Directe interventie bij koers buiten bandbreedte
In dit geval moet de Deense Centrale Bank zélf DKR gaan opkopen op de valutamarkt.
Omdat de Bank vraag uitoefent, verschuift de vraaglijn naar rechts.
Er ontstaat een nieuwe wisselkoers die – dankzij de interventie – weer binnen de bandbreedte valt.
Voor het opkopen van de eigen munt heeft de Deense Centrale Bank Euro’s nodig. Omdat de voorraad Euro’s van de CB op kan raken, kan deze interventie niet oneindig doorgaan.
Slide 28 - Tekstslide
Indirecte interventie bij koers buiten bandbreedte
Door de geldmarktrente in Denemarken te verhogen, zorgt de Deense CB ervoor dat beleggen in Denemarken aantrekkelijker wordt.
Beleggers krijgen namelijk een hogere opbrengst voor hun spaargeld.
Internationale beleggers willen naar Denemarken en hebben dus meer DKR nodig. De vraag naar DKR neemt dus toe, waardoor de vraaglijn naar rechts verschuift.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Devaluatie
Is een neerwaartse aanpassing van de officiële spilkoers van een munt bij een systeem van vaste wisselkoersen.
Door de daling van de spilkoers, schuiven ook de interventiegrenzen mee.
Spilkoers aanpassen
Slide 31 - Tekstslide
Revaluatie
Is een opwaartse aanpassing van de officiële spilkoers van een munt bij een systeem van vaste wisselkoersen.
Door de stijging van de spilkoers, schuiven ook de interventiegrenzen mee.
Spilkoers aanpassen
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Trilemma
Zijde A: een eenzijdige rentewijziging leidt in combinatie met vrij verkeer tot een wisselkoersverandering, waardoor de vaste wisselkoersen niet zijn te handhaven
Par 3.5.3 Trilemma monetair beleid
Slide 34 - Tekstslide
Trilemma
Zijde B: Om een vaste wisselkoersen te handhaven bij een eenzijdige rentewijziging, moet het vrije kapitaalverkeer aan banden worden gelegd.
Slide 35 - Tekstslide
Trilemma
Zijde C: Als een vaste wisselkoers samen moet gaan met vrij kapitaalverkeer, dan moet de vaste wisselkoers worden gehandhaafd door interventie op de valutamarkt. De interventie zal de oorspronkelijke rentewijziging teniet doen, waardoor zelfstandig monetair beleid niet werkt.