Raadsels

Een man staat voor het schilderij van een man, en zegt het volgende: "ik heb geen broers en zussen. Maar de vader van deze man is mijn vaders zoon". Wie staat er op het schilderij?
A
Zijn vader
B
Hijzelf
C
Zijn zoon
D
Zijn opa
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Een man staat voor het schilderij van een man, en zegt het volgende: "ik heb geen broers en zussen. Maar de vader van deze man is mijn vaders zoon". Wie staat er op het schilderij?
A
Zijn vader
B
Hijzelf
C
Zijn zoon
D
Zijn opa

Slide 1 - Quizvraag

Het is donker in mijn slaapkamer, en ik wil twee sokken met dezelde kleur hebben uit mijn la, waarin 24 rode en 24 blauwe sokken zitten. Hoeveel sokken moet ik uit de la halen om minimaal twee sokken van dezelfde kleur te hebben?
A
2
B
3
C
24
D
25

Slide 2 - Quizvraag

5 koks doen er 5 minuten over om 5 taarten maken? Hoeveel minuten doen 100 koks er dan over om 100 taarten te maken?

Slide 3 - Open vraag

Een jager verlaat zijn hut vroeg in de morgen en loopt een kilometer recht naar het zuiden. Daar ziet hij een bier die hij een kilometer lang recht naar het oosten achtervolgt, voordat hij in staat is de beer te schieten. Nadat hij de beer geschoten heeft, sleept hij deze een kilometer recht naar het noorden naar de hut waar hij die morgen vertrok. Welke kleur heeft de beer?
A
Zwart
B
Bruin
C
Grijs
D
Wit

Slide 4 - Quizvraag

In een straat staan 100 huizen, welke zijn genummerd van 1 tot 100. Hoeveel negens staan er in totaal in al deze nummers?
A
10
B
11
C
19
D
20

Slide 5 - Quizvraag

Ik ging naar de markt met zes zeven en acht koeien. Ik verkoop 2 koeien, hoeveel heb ik er over?
A
4
B
5
C
6
D
kan je niet weten

Slide 6 - Quizvraag

Van welk woord zijn hier de medeklnikers weggelaten?
.A.A.A.A.AA.

Slide 7 - Open vraag

Welk cijfer moet de volgende zijn in onderstaande reeks
2 - 5 - 11 - 23 - ...

Slide 8 - Open vraag

Welk woord wordt kleiner als je er twee letters aan toevoegt?

Slide 9 - Open vraag

Welk zoogdier kan niet springen?
A
Nijlpaard
B
Koe
C
Olifant
D
Neushoorn

Slide 10 - Quizvraag