Herhalingsles thema 9.2
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk van
een burgeroorlog?
Slide 2 - Woordweb
Het conflict tussen Rusland en Oekraïne noem je één..
A
Regionaal conflict
B
Internationaal conflict
C
Burgeroorlog
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Is deze zin waar of niet waar?
De rebellen zijn degene die de leider steunen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat is terrorisme.
A
Terrorisme is het plegen van gewelddadige acties
B
Het misbruiken van een geloof
C
moslims
D
Gezellig feest vieren
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer spreek je van een burgeroorlog?
A
Wanneer burgergroepen van twee verschillende landen met elkaar in gevecht raken.
B
Wanneer de legers van twee landen met elkaar in gevecht raken.
C
Wanneer het leger van een land de burgers aanvalt.
D
Wanneer er een gewapende strijd woedt tussen meerdere groepen in een land.
Slide 7 - Quizvraag
Discriminatie
A
Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen
B
Overdreven beeld van een groep mensen
C
Passen nieuwkomers zich aan de dominante cultuur, maar houden ook hun eigen
D
Een oordeel over iemand of iets zonder dat je feiten of de persoon kent.
Slide 8 - Quizvraag
Terreur
Antisemitisme
Lebensraum
Rassenleer
Propaganda
Het idee dat het Germaanse ras superieur is aan andere rassen.
Gedachtegoed waarin er leefruimte in Oost-Europa gecreëerd moet worden om het Duitse volk te laten groeien
Discriminatie/haat jegens joden
Met geweld angst zaaien onder de bevolking, zodat zij gehoorzaam zijn.
Verspreiden van ideeën waarin de vijand negatief wordt afgeschilderd
Slide 9 - Sleepvraag
Welk van de onderstaande beschrijvingen komt het meest overeen met het begrip genocide?
A
Andere volkeren discrimineren en uitsluiten van de samenleving.
B
De haat binnen een samenleving voor andere volkeren die niet 'horen' in een land.
C
Het massaal vermoorden van bevolkingsgroepen.
Slide 10 - Quizvraag
Noem twee belangrijke grondstoffen voor elektronische apparaten zoals je telefoon.
Slide 11 - Open vraag
Welvaart is:
A
de mate waarin in behoeften kan worden voorzien
B
de situatie waarbij ondernemingen goederen maken die mensen willen hebben
C
als 'armoede de wereld uit is'
D
als iedereen een hoog inkomen heeft
Slide 12 - Quizvraag
Waarom zouden multinationals ondanks het bloed dat kleeft aan conflictmineralen toch doorgaan met de aankoop hiervan?
Slide 13 - Open vraag
Wat zijn conflictmineralen?
A
Mineralen die geen invloed hebben op conflicten
B
Mineralen die bijdragen aan gewapende conflicten
C
Mineralen die niet worden gebruikt in elektronica
D
Mineralen die alleen in Congo voorkomen
Slide 14 - Quizvraag
Noem drie voorbeelden van genocides.
A
Koreaanse oorlog
B
Rwandese genocide
C
Holocaust
D
Armeense genocide
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het verband tussen gewelddadigheden en zeldzame delfstoffen in Congo?
A
Er is geen verband tussen deze zaken
B
Zeldzame delfstoffen hebben geen economische waarde in Congo
C
De aanwezigheid van zeldzame delfstoffen draagt bij aan gewapende conflicten in Congo
D
De aanwezigheid van zeldzame delfstoffen zorgt juist voor vrede in Congo
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel fases zijn er in een genocide?
A
4
B
6
C
5
D
3
Slide 17 - Quizvraag
Wat zijn de vijf fases van een genocide?
A
Onderhandeling, conflict, resolutie, implementatie, vrede
B
Zorg, begeleiding, genezing, herstel, verzoening
C
Classificatie, symbolisatie, dehumanisatie, organisatie, uitroeiing
D
Propaganda, censuur, intimidatie, onderdrukking, vernietiging
