Kapitel 3 schreiben

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Kapitel 3 

Ferien und Familienkreis

Planning

(volgende week) 14 - 19 januari luistertoets

21 - 26 januari leestoets

VOLGENDE LES: BOEK B MEE!!

Was machen wir heute?

1. Klassensprache

2. Aussprache

3. Hören

4. Schreibecke 

Klassensprache 

Ich habe eine Frage = ik heb een vraag 

Ich bin fertig = ik ben klaar

Ich habe mein Textbuch/Arbeitsbuch vergessen = ik ben mijn boek vergeten

Darf ich auf die Toilette gehen? = mag ik naar de WC?

Ich habe eine Frage = ik heb een vraag 

Ich bin fertig = ik ben klaar

Ich habe mein Textbuch/Arbeitsbuch vergessen
= ik ben mijn tekstboek/werkboek vergeten

Darf ich auf die Toilette gehen?= mag ik naar de WC?

Mag ik naar de WC?

1. Darf ich auf die Toilette gehen?
2. Darf ich das Fenster aufmachen?
3. Ich habe mein Buch vergessen.

Ik heb een vraag!

1. Ich will etwas Fragen!
2. Darf ich etwas Fragen?
3. Ich habe eine Frage!

Ik ben mijn tekstboek vergeten..

1. ich habe mein Arbeitsbuch vergessen..
2. Ich bin mein Textbuch vergessen..
3. ich habe mein Textbuch vergessen..

Ik ben klaar!

1. Ich bin so weit!
2. Ich habe eine Frage!
3. ich bin fertig!

Aussprache

zo schrijf je het

eu (Deutschland, Deutsch)

äu (Träume, Räume)

zo spreek je het uit 

oi  (Doitschland, Doitsch )

oi (Troime, Roime)

Hoe wordt Deutschland uitgesproken?

Hören S. 90, Aufgabe 12.2

wohnort = woonplaats

Alter = leeftijd

Geschwister = ......

Lieblingsfest= ............

Aufgabe 18.1 Schreibecke S. 97

Aanhef: eindigt altijd met een uitroepteken of een komma

na een uitroepteken begin je de eerste alinea met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld: Liebe Matthijs!

Ich habe...

Liebe Matthijs,

ich habe

Slot

krijgt nooit een komma

Bijvoorbeld: 

Tschüss 

Matthijs 

Slot krijgt een..

1. komma
2. uitroepteken
3. niets

Na een komma krijgt de eerste zin van de alinea een...

1. hoofdletter
2. kleine letter

Liebe Claudia!

1. wir gehen nach Deutschland
2. Wir gehen nach Deutschland

Schreibecke

Hoe gaat het met je? = Wie geht es dir? 

Mijn ouders =....................

hij is directeur = .............................

zij is verpleegster = ....................................

hij is 17 jaar oud = ....... Jahre alt

vaak = .............................

Hausaufgaben

BOEK B MEE!!!