Hoe onderzoek je de samenleving?

Hoe onderzoek je de samenleving

  • Terugblik vorige les(sen)
  • Maatschappelijk probleem
  • Kernbegrippen Burgerschap

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe onderzoek je de samenleving

  • Terugblik vorige les(sen)
  • Maatschappelijk probleem
  • Kernbegrippen Burgerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet wat een maatschappelijk probleem is en wat het
verschil is met een persoonlijk probleem.
  • Je kunt verschillende maatschappelijke problemen opnoemen a.d.h.v. de kenmerken van een maatschappelijk probleem en deze analyseren.
  • Je kunt je mening beargumenteren o.b.v. je onderzoek.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer  is iets een maatschappelijk probleem?

Slide 3 - Woordweb

WOORDWEB
De tekst in het gele vak middenin is simpel aan te passen door er op te klikken. Vak te klein? Simpel aan te passen door het vak wat te vergroten met de punten aan de zijkant van het vak.
Maatschappelijk vraagstuk
Onderscheidt zich van een persoonlijk probleem. 
Kenmerken maatschappelijk vraagstuk:
  1. Heeft gevolgen voor verschillende groepen in de samenleving.
  2. Er zijn verschillende meningen over de oorzaken en de aanpak.
  3. De overheid heeft meestal een rol bij de aanpak.
  4. Het krijgt veel media-aandacht.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernbegrippen
Belangrijke begrippen die bij Burgerschap terugkomen zijn:
  • Waarden en normen
  • Belangen
  • Macht
  • Sociale ongelijkheid
  • Sociale cohesie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernbegrippen

Bij een maatschappelijk probleem zijn er verschillende 

groepen mensen betrokken. 

Zij hebben allemaal andere waarden, normen en belangen.

Er wordt gestreefd naar sociale cohesie maar is ook vaak 

sprake van sociale ongelijkheid.


t

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangen
Belangen: iets wat voor jou belangrijk is.
Iets wat voor jou belangrijk is, hoeft dat niet voor een ander te zijn (belangentegenstelling)
Bijvoorbeeld: jij wilt later een nieuwe Audi,
jouw klasgenoot kan dit milieuvervuiling vinden.  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belang?

Iets dat in jouw voordeel is.


Bijv.: Waarde = behalen van diploma of jezelf ontplooien/ 

Norm = hard werken / Belang = goede docent voor uitleg / goede praktijkopleiders

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma
  • Als je een maatschappelijk probleem wilt oplossen, krijg je vaak te maken met dilemma’s.
  • Dilemma: een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma (in stappen)
  •     Verkennen: krijg een compleet beeld van de situatie
  •     Vragen:  bedenk de (kern)vraag waar je graag antwoord op        wilt hebben
  •     Betrokkenheid: wie zijn er bij betrokken?
  •     Afwegen:  wat zijn de voor- en nadelen?
  •     Besluit: neem een  besluit
  •     Evalueer: bekijk of je besluit ook goed was

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek
Bij Burgerschap onderzoek je dus maatschappelijke problemen (dingen die niet kloppen in de samenleving). 
Er zijn vier kenmerken:

  1. Van invloed op veel mensen
  2. Er zijn verschillende meningen
  3. Krijgt veel aandacht in de media
  4. De politiek moet zich bemoeien met de oplossing

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolgens ga je kijken naar de verschillende invalshoeken die er zijn om naar je probleem te kijken:

  1. Wie heeft welk belang?
  2. Welke waarden en normen spelen een rol?
  3. Welke macht wordt er gebruikt om het probleem aan te pakken?
  4. Wat is volgens jou de oplossing van het dilemma?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen mening
Om goed je eigen mening te kunnen geven zijn drie dingen nodig:

  1. Je moet de feiten kennen. Weet je de feiten niet, is het vaak een vooroordeel
  2. Je moet iets van verschillende kanten bekijken. Anders weet je niet welk advies je moet geven.
  3. Je moet argumenten geven waarom je iets vindt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Opdracht "Hoe onderzoek je de samenleving?"

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies