24 augustus

Wat doen we vandaag?
  • Welkom in 23-24!
  • Boeken en zo...
  • Start H. 8
  • Tekst 8A
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Welkom in 23-24!
  • Boeken en zo...
  • Start H. 8
  • Tekst 8A

Slide 1 - Tekstslide

Boeken en zo...
  • Jullie hebben:
  • - tekstboek Minerva 1
  • - digitale leeromgeviing van Eisma Edumedia (Emma)
  • Een (aanteken)schrift...?

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica:
Overzicht Latijnse Naamvallen.

Slide 3 - Tekstslide

Nominativus
  • Subject  (onderwerp)
  • Naamwoordelijk deel van het gezegde

Slide 4 - Tekstslide

Vocativus
  • Aanspreekvorm
  • Is meestal gelijk aan de nominativus, behalve bij:
  • - sommige eigennamen
  • - de woorden op -us, deze krijgen uitgang -e
  • Bijvoorbeeld: dominus wordt domine

Slide 5 - Tekstslide

Genetivus
  • Bezitter (vertaal met "van")
  • Eigenschap (vertaal met "van" of "met"
  • Verplichte aanvulling na sommige werkwoorden en bijvoeglijk naamwoorden, dit staat in de woordenlijst

Slide 6 - Tekstslide

Dativus
  • Meewerkend voorwerp (indirect object) (vertaal met aan)
  • Belanghebbende (ook indirect object) (vertaal met voor)
  • Verplichte aanvulling na sommige werkwoorden en bijvoeglijk naamwoorden, dit staat in de woordenlijst
  • Bezit (iets behoort aan iemand)

Slide 7 - Tekstslide

Accusativus
  • Object (lijdend voorwerp)
  • Na voorzetsels (die meestal een beweging aangeven)

Slide 8 - Tekstslide

Ablativus
  • Bijwoordelijke bepaling van:
  • Middel (vertaal met met)
  • Reden (vertaal met door)
  • Plaats (vertaal met in of op)

  • Verplichte aanvulling na sommige werkwoorden en bijvoeglijk naamwoorden, dit staat in de woordenlijst

Slide 9 - Tekstslide

Grammatica:
En dan nu de uitgangen...

Lees in je boek de grammatica van H. 6

of....

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opdracht bij de tekst
  • Kleur in elke zin:
  • De persoonsvorm.
  • Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
  • Alle Nominativi in een andere kleur.
  • Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
  • (Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk. 
  • Lees: Onderwijs & Maak de vragen
  • Kleur 8A, t/m 6.

    Dit is ook huiswerk.

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 15 - Open vraag

Wat doen we vandaag?
  • Vragen Grammatica?
  • Bespreken 8A, t/m 15. 
  • Vertalen 8A

Slide 16 - Tekstslide

Vragen Grammatica?

Slide 17 - Open vraag

Toetsweek:
Vertaaltekst t/m 7.

Slide 18 - Tekstslide

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 19 - Tekstslide

Toets hoofdstuk 6 en 7?

Slide 20 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • is, ea, id zijn aanwijdend voornaamwoorden. 
  • Ze kunnen bijvoeglijk en zelfstandig worden gebruikt.

Slide 21 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • Bijvoeglijk gebruik : vertaal ‘deze’, ‘die’ of ‘dit’, ‘dat’. 
  • is, ea, id congrueert met het zelfstandig naamwoord waar het naar verwijst.
  • Voorbeeld:
  • Ea femina per silvam errat.
  • Deze/die vrouw zwerft door het bos.

Slide 22 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • Zelfstandig gebruikt:
  • er staat geen zelfstandig naamwoord bij waarmee het congrueert.
  • is, ea id verwijzen naar een persoon of zaak die al eerder in de tekst is genoemd. 

Slide 23 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • In het Nederlands vertaal je is, ea id dan met ‘hij/hem’, ‘zij/haar’ of ‘het, dit’.
  • Voorbeeld:
  • Io per agros errat. Iuppiter eam videt.
  • Io zwerft door de velden. Jupiter ziet haar.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Falerii liberos curae alicuius magistri demandabant.

Slide 26 - Open vraag

Is, qui valde doctus erat, filios principum erudiebat.

Slide 27 - Open vraag

Mos ei magistro erat et in pace et in bello pueros a portis urbis trahere et cum eis ante urbem exercere.

Slide 28 - Open vraag

Quodam die eos longius solito inter stationes hostium ad Camillum, ducem Romanorum, duxit.

Slide 29 - Open vraag

Magister Camillo dixit: Falerios Romanis trado,
quia vobis liberos principum do.

Slide 30 - Open vraag

Dux Romanorum ei respondit:

Slide 31 - Open vraag

Ad non scelestum populum et imperatorem cum hoc scelesto munere venisti!

Slide 32 - Open vraag

Sunt iura belli, sicut pacis.

Slide 33 - Open vraag

Nos Romani haec solemus gerere.

Slide 34 - Open vraag

Arma habemus non adversus hos liberos, sed adversus homines armatos.

Slide 35 - Open vraag

Tu hos pueros novo scelere vicisti, sed ego Falerios virtute armisque vincam!

Slide 36 - Open vraag

Deinde manus magistri post tergum illigavit et eum pueris tradidit.

Slide 37 - Open vraag

Virgas quoque eis dedit.

Slide 38 - Open vraag

Dum his virgis pueri proditorem verberant, eum in urbem egerunt.

Slide 39 - Open vraag

Aan het werk. 
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 8A. 
  • Maak taaloefeningen B, C en D van 8A.

Dit is ook huiswerk.

Slide 40 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 41 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 42 - Open vraag