grammar herhaling

Grammar herhaling 
Present simple, present continuous, present perfect, past simple
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar herhaling 
Present simple, present continuous, present perfect, past simple

Slide 1 - Tekstslide

present simple
gewoonte/iets dat je met regelmaat doet
feiten en permanente situaties
I/you/we/they: hele ww
he/she/it: hele ww +s

Slide 2 - Tekstslide

present simple
I ...... (to ride) my bike to school every day

Slide 3 - Open vraag

present simple
I ...... (to work) in a supermarket

Slide 4 - Open vraag

present simple
My brother often ...... (to make) cakes

Slide 5 - Open vraag

Present continuous
iets dat bezig is op het moment dat je er over praat
tijdelijke situaties
om irritatie aan te geven
am/is/are + hele ww + -ing

Slide 6 - Tekstslide

present continuous
Gareth ......... (to work) as a tour guide at the moment

Slide 7 - Open vraag

present continuous
My mum ..... always ..... me to clean my room (to nag)

Slide 8 - Open vraag

present continuous
Charlie ....... a movie at the moment (to watch)

Slide 9 - Open vraag

present simple of present continuous?
I'm forever losing my phone!
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 10 - Quizvraag

present simple of present continuous?
It is often windy in San Francisco
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 11 - Quizvraag

present simple of present continuous?
My brother lives in France
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 12 - Quizvraag

present simple of present continuous?
I'm riding my bike right now
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 13 - Quizvraag

Past simple
Als je wil zeggen dat iets in het verleden is gebeurd
hele ww + -ed
Je gebruikt voor alle personen dezelfde vorm! :)

Slide 14 - Tekstslide

Past simple - spellingsregels
  • ww die eindigen op e --> +d ( I used)
  •  ww die eindigen op medeklinker +y --> + ied  (I tried)
  • ww die eindigen met een klinker en medeklinker --> medeklinker verdubbelt ( he stopped, she admitted)

Slide 15 - Tekstslide

Past simple:
she .... (to climb) a mountain

Slide 16 - Open vraag

Past simple:
They ...... (to travel) to Canada last summer

Slide 17 - Open vraag

Past simple:
I ... (to joke) about his big nose

Slide 18 - Open vraag

Past simple:
I ..... late! (to be+ontkenning!)

Slide 19 - Open vraag

Past simple:
we ...... (do not) visit the stadium

Slide 20 - Open vraag

The train didn't go very fast
A
present simple
B
present continuous
C
past simple

Slide 21 - Quizvraag

Does Evi call you every weekend?
A
present simple
B
present continuous
C
past simple

Slide 22 - Quizvraag

present perfect
We ........ (to live) here for three years

Slide 23 - Open vraag

I always sleep in during the weekends
A
present simple
B
present continuous
C
past simple

Slide 24 - Quizvraag

I am watching Breaking Bad at the moment
A
present simple
B
present continuous
C
past simple

Slide 25 - Quizvraag

Present perfect
  • Als iets in het verleden begonnen is, maar nog steeds bezig is 
  • als iets in het verleden is gebeurd, maar de nadruk ligt op het resultaat nú 
  • als iets in het verleden is gebeurd, maar je weet niet wanneer
  • have/has +  hele ww + (e)d

Slide 26 - Tekstslide

present perfect
He ..... (to break) his leg, so he can't come on our trip

Slide 27 - Open vraag

present perfect
We ....... (have + not + going) to Spain before

Slide 28 - Open vraag