6.1 Thuis met elkaar

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Biologie-verzorging Hoofdstuk: 6 Thuis in je huis
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek van Biologie-verzorging, laat het nog even dicht. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, dan doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Niels, Shaqell.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Dennis, Ihabe, Amber, Zouhir, Ties, Noah, Jermaine,  Ryan, Anouk, Jara, Shurvin, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

n.v.t.

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les; 

- kun je verschillende manieren benoemen waarop mensen leven. 

- kun je verschillen noemen tussen vroeger en nu. 

- kun je uitleggen wat emancipatie inhoudt. 

- kun je uitleggen wat zorgtaken zijn.

- kun je het begrip rolgedrag uitleggen. 

Verdiept arrangement

Aan de slag of meedoen met instructie?

Lees en maak les 6.1 blz. 60 t/m 71 opdr. 1 t/m 14 (-6-7-8-11).

Ga aan de groepstafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toetsen/lezen/tekenen/Smartgame. 

Mini-check

3 vragen goed = zelfstandig aan de slag. 

0 t/m 2 goed = deelnemen aan de instructie

Hoe noem je een groep mensen die samenwoont?

Hoe noem je het als mensen hulp aan huis krijgen? bijvoorbeeld bij aankleden of schoonmaken.

Hoe noemen we het als je doet wat van je verwacht wordt?

4. Instructie

Kijk mee en lees mee op de volgende dia's. 

Er zijn verschillende soorten huishoudens

- lat-relatie

- alleenstaand (singel)

- gehuwd samenwonen

- ongehuwd samenwonen

- 2 vrienden of zussen/broers

- gezin

- eenoudergezin

- samengesteld gezin

- grootfamilie

- woongroep

SAMENLEVING

VROEGER

Waren veel gezinnen hetzelfde

* werkende vader

* huishouden voor moeder

* meer kinderen per huishouden

* opa en oma woonden vaak bij eigen kinderen in

NU

* meer vrouwen werken

* mannen meer bezig in huishouden

* minder kinderen (kleinere gezinnen)

* meer eenoudergezinnen

* meer alleenstaanden

* oudere mensen wonen vaker alleen

Oudere mensen hebben wel eens hulp nodig

Soms van kinderen of kleinkinderen  (mantelzorg)

Soms van de thuiszorg 

Thuiszorg = hulp aan huis 

(schoonmaken, verzorgende taken)

Aanleunwoningen: huizen vlak bij verzorgingshuis, ouderen kunnen er met hulp op afstand zelfstandig blijven wonen

EMANCIPATIE 

Bij emancipatie krijgen verschillende groepen mensen dezelfde rechten

   Vrouwenemancipatie (gelijke rechten als de man)

- vrouwen mogen nu studeren, in militaire dienst, stemmen

gelijke rechten

RECHTEN:  wat je wel of niet MAG doen

VROUWEN EN MANNEN HEBBEN IN NEDERLAND DEZELFDE RECHTEN

PLICHTEN: wat je wel of niet MOET doen

Rolgedrag

Mannen en vrouwen doen precies wat er van ze verwacht wordt.

* zorgzame moeder * stoere kerel

Zorgtaken

Alles waarvoor gezorgd moet worden in het huishouden

* Koken
* Afwassen * Stofzuigen  

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 6.1 blz. 60 t/m 71 opdr. 1 t/m 14 (-6-7-8-11).

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Kom aan de instructietafel zitten. 

Dan gaan we samen aan de slag. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt:  les 6.1 blz. 60 t/m 71

V:  opdr. 1 t/m 14 (-6-7-8-11)  --> Niels + Shaqell

B/I: opdr. 1 t/m 14 (-6-7-8-11) --> rest van de klas

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Koppel het begrip aan de juiste omschrijving. 

LAT-relatie

samengesteld gezin

Eenoudergezin

woongroep

een ouder met een of meer kinderen

liefdesrelatie. Maar je woont ieder in je eigen huis

drie of meer alleenstaanden die samenleven

ouder en stiefouder met een of meer kinderen

Is een aanleunwoning een manier voor ouderen om zelfstandig te kunnen blijven
wonen?

1. Ja
2. Nee

Wie werken vaker parttime (=deeltijd)?

1. Mannen
2. Vrouwen

Wel begrip hoort bij deze omschrijving:
alles waarvoor gezorgd moet worden in het huishouden

1. Emancipatie
2. Rolgedrag
3. Zorgtaken
4. Aanleunwoning

Hoe noem je het als een groep die eerst minder rechten had, dezelfde rechten krijgt?

Afsluiting

Ruim je spullen van BI-VZ op.

Volgende lesuur: .........