2024 les 2

  • une chanson
  • langage SMS
  • la grammaire: le verbe écrire. décrire, s'inscrire
  • les devoirs
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend het werkwoord écrire. décrire
  • heb ik geoefend met schrijven en spreken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • une chanson
  • langage SMS
  • la grammaire: le verbe écrire. décrire, s'inscrire
  • les devoirs
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend het werkwoord écrire. décrire
  • heb ik geoefend met schrijven en spreken

Slide 1 - Tekstslide

Mika
Mika  (Beiroet, 18 augustus 1983), is een Libanees-Britse zanger. 

Slide 2 - Tekstslide

Mika - elle me dit
gaat over "alle vreselijke dingen die een moeder tegen haar zoon kan zeggen om hem zover te krijgen uit huis te gaan". 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

langage des SMS
Bjr sava?

Slide 5 - Tekstslide

bjr - bonjour
slt - salut
TOK - tu es ok ?
b1 - bien
mer6 - merci
pkoi - pourquoi
kdo - cadeau
bcp - beaucoup
rdv - rendez-vous 
XLnt excellent

Auj - Aujourd’hui?
TOQP - Tu es occupé?
Tjs - toujours
aprèm - après-midi
D’ac - D’accord (ok)
Tabitou? - Tu habites où?
Mr6 - merci
à+ - à plus
à2m1 à demain

biz bisous

Slide 6 - Tekstslide

Wat staat hier?

Slide 7 - Tekstslide

Kun je dit ook lezen?
Bjr, tok? 
Oui, mr6. TOQP? 
Non
rdv demain?
Xlent. Aprèm?
D'ac. J'ai un kdo pour toi!
Mr6. à2m1

Slide 8 - Tekstslide

Kun je dit ook lezen?
Bjr, tok? 
Oui, mr6. TOQP? 
Non
rdv demain?
Xlent. Aprèm?
D'ac. J'ai un kdo pour toi!
Mr6. à2m1

Slide 9 - Tekstslide

Toetsweek - zinnen 
juiste vorm kiezen
le présent 
le passé composé
le futur

Slide 10 - Tekstslide

Toetsweek - zinnen 
juiste vorm kiezen
le présent (aujourd'hui)
le passé composé (la semaine dernière)
le futur (la semaine prochaine)

Slide 11 - Tekstslide

La semaine dernière ........ au concert de Stromae.
A
je suis
B
j'ai été
C
je serai

Slide 12 - Quizvraag

Est- ce que ....... des escargots?
A
Tu as déjà mangé
B
mangeras déjà
C
tu manges déjà

Slide 13 - Quizvraag

Mais non, Ruben! ........ vraiment toujours en retard!
A
tu as été
B
tu es
C
tu seras

Slide 14 - Quizvraag

La semaine prochaine, ...... au cinéma.
A
nous sommes allès
B
nous irons

Slide 15 - Quizvraag

La semaine dernière

écrire: j'écris une lettre
décrire: Je décris le garçon à mon amie
s'inscrire: nous nous inscrivons pour la fête

Wat betekenen de werkwoorden?
Hoe maak je de stam?
passé composé être/avoir?

Slide 16 - Tekstslide

le présent - de tegenwoordige tijd
hele werkwoord min  "re" 
écrire-> écri
+ uitgangen van de werkwoorden op "re"
je= s
tu=s
il/elle/on=t
nous=vons
vous=vez
ils/elles= vent


Slide 17 - Tekstslide

écrire - passé composé
Le passé composé
avoir +  écrit
J'ai écrit
tu as écrit
il/elle/ on a écrit
... etc.
ik heb geschreven

Slide 18 - Tekstslide

s'inscrire
Wat is anders aan dit werkwoord?

Slide 19 - Tekstslide

s'inscrire - wederkerend werkwoord
je me
tu te
il/elle/ on se
nous nous
vous vous
ils/elles se

Slide 20 - Tekstslide

s'inscrire - présent

je m'inscris
tu t'inscris
il s'inscrit
nous nous inscrivons
vous vous  inscrivez
ils s'inscrivent
schrijven - tegenwoordige tijd

ik schrijf me in
jij schrijft je in
hij schrijft zich in
wij schrijven ons in
jullie schrijven jullie in
zij schrijven zich in

Slide 21 - Tekstslide

futur 
(ik zal schrijven)
stam: écrir
+ uitgangen van "avoir"
ai,as,a,ons,ez,ont

J'écrirai
tu écriras
il/elle/on écrira
...




ALtijd een
r in de vervoeging!

Slide 22 - Tekstslide

Nakijken huiswerk

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video