15 maart

15 maart
Leesvaardigheid
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

15 maart
Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Startvraag uit huiswerk: opdr. 6 
Sleep onderstaande componenten van de tekststructuur naar de juiste plek
want dat is slecht voor het zelfbeeld van jongeren én volwassenen.
maar veel mensen beweren zichzelf niet op te leuken
maar bijna iedereen gebruikt jarenzeventigfiltertjes en we buigen ons gezicht in rare bochten om pukkels en rimpels buiten beeld te houden
Standpunt: we willen met z'n allen natuurlijk niet gaan denken dat we er de hele tijd puntgaaf en spatvrij uit moeten zien.
argument
tegenargument
Weerlegging

Slide 2 - Sleepvraag

Planning
10 minuten: lesopening, startvraag, planning, leerdoelen
15 minuten: kort bespreken huiswerk
15 minuten: aan de slag in tweetallen 
10 minuten: afronding 

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen
Na deze les... 
- kun je oriënteren op een tekst en zo de belangrijkste informatie eruit halen (herhaling)
- herken je retorische stijlmiddelen in de tekst (herhaling)
- kun je kritisch kijken naar teksten

Slide 4 - Tekstslide

opdr. 8: welke retorische stijlmiddelen zie je?

Slide 5 - Woordweb

eufemisme:
snuitje (alinea 2)
hyperbool: bijv.
De ene loftuiting na de andere reetveer 
vloog voorbij (alinea 1)
maar niemand, werkelijk niemand (alinea 19)
tautologie:
volslagen idioot en totaal belachelijk (alinea 3)
never nooit (alinea 4)
stroman:
een man reageerde woedend (alinea 3)
woordspeling:
koele koele koerend (alinea 5)
suggestieve opmerking:
Ben jij betoeterd, ... blazen. No way dat zij … (alinea 8)
retorische vraag:
Die wallen ... plaatste? (alinea 16)
understatement:
niet heel vrolijk (alinea 14)
drieslag:
Iedereen retoucheert, poetst en befiltert zijn foto’s. (introductie)

Slide 6 - Tekstslide

anticlimax:
Had ik een karper ... van mijn voorhoofdrimpels (alinea 1 en 2)
metafoor:
ik deed mijn duit in het zakje (alinea 3)
ironie:
Nu mag ... durven (alinea 4)
want stel je voor… (alinea 9)
vergelijking:
gezicht in gefronste toestand ... shar-pei (alinea 5)
om je lippen ... bus was opgelopen (alinea 18)st

Slide 7 - Tekstslide

opdr. 9: welke kritische vragen kun je stellen om de kwaliteit van een betoog te beoordelen?

Slide 8 - Woordweb

Kort bespreken huiswerk
opdr. 9: 
is tekst 4 een geslaagd betoog? 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
  1. je hebt tekst 6 en tekst 7 gelezen. 
  2. Vorm tweetallen in break-outrooms. 
  3. Oriënteer nogmaals op de twee teksten 
  4. Formuleer een vergelijking: tekstsoort/tekstvorm/tekstdoel/tekststructuur/onderwerp/ hoofdgedachte
15 minuten de tijd
Vragen? Roep mij op
Klaar? begin aan HW: paragraaf 4 opdr. 2 en 3a. 

Slide 10 - Tekstslide

Afrondingsvraag 1: welke tekstsoorten hebben de twee teksten en waarom verschilt dat?

Slide 11 - Open vraag

Afrondingsvraag 2: Na deze les...
- kun je oriënteren op een tekst en zo de belangrijkste informatie eruit halen (herhaling)
- herken je retorische stijlmiddelen in een tekst (herhaling)
- kun je kritisch kijken naar teksten
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Afronding
Morgen: gastspreekster Annie in gymzaal! 

HW: 
- talent: paragraaf 4 opdr. 2 geheel + 3a 
- learnbeat: 4.3 speech  + spreekplan
eventueel bedenken vragen Annie? :) 

Slide 13 - Tekstslide