Omtrek en oppervlakte

Hoe reken je de OMTREK van een figuur uit?
A
Lengte x breedte
B
lengte x breedte x hoogte
C
lengte x breedte x lengte x breedte
D
lengte + breedte + lengte + breedte
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe reken je de OMTREK van een figuur uit?
A
Lengte x breedte
B
lengte x breedte x hoogte
C
lengte x breedte x lengte x breedte
D
lengte + breedte + lengte + breedte

Slide 1 - Quizvraag

Hoe reken je op de OPPERVLAKTE van een figuur uit?
A
lengte + breedte
B
lengte x breedte
C
lengte x diepte
D
lengte x hoogte

Slide 2 - Quizvraag

Omtrek berekenen
Kijk naar de lengte van de zijden.

Tel de lengte van de zijden bij elkaar op.


                                                        5 m+ 3 m+ 5 m+ 3 m= 16 m

Slide 3 - Tekstslide

Alle zijden bij elkaar = omtrek
5 cm + 5 cm + 5 cm + 1 cm + 2 cm + 3 cm + 2 cm + 1 cm = 24 cm 

Slide 4 - Tekstslide

Oppervlakte berekenen
Om de oppervlakte te berekenen, doe je de lengte keer de breedte.

Lengte × breedte = oppervlakte (m²)

                                5 m x 3 m = 15 m²

Slide 5 - Tekstslide

Lengte x breedte = oppervlakte 
3 m  x  5 m  =  15 m²

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de omtrek?

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel meter was de omtrek van het vorige figuur?
A
21 m
B
22 m
C
23 m
D
24 m

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de omtrek?

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel meter was de omtrek van het vorige figuur?
A
28 m
B
25 m
C
48 m

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de omtrek?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de omtrek van de vorige figuur?

Slide 12 - Open vraag

Bereken de oppervlakte.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?
A
22 m²
B
23 m²
C
24 m²
D
25 m²

Slide 14 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?
A
30 m²
B
42 m²
C
48 m²
D
56 m²

Slide 16 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?
A
6 m²
B
12 m²
C
18 m²
D
24 m²

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de afbeelding naar de bijbehorende oppervlakte.
32 m²
27 m²
14 m²

Slide 19 - Sleepvraag

Oppervlakte berekenen door het figuur te verdelen
Soms moet je een figuur in meerdere vierkanten of rechthoeken verdelen om de oppervlakte te kunnen berekenen.

Slide 20 - Tekstslide

Oppervlakte berekenen door het figuur te verdelen
Reken de oppervlakte uit van ieder vierkant of iedere rechthoek en tel deze daarna bij elkaar op.
                                        

  


                                                                                                       8 + 7 = 15 m²

Slide 21 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?
A
22 m²
B
23 m²
C
24 m²
D
25 m²

Slide 23 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?
A
18 m²
B
19 m²
C
20 m²
D
21 m²

Slide 25 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte.

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van het vorige figuur?
A
18 m
B
12 m
C
12 m²
D
18 m²

Slide 27 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte.

Slide 28 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van het vorige figuur?
A
18 m²
B
19 m²
C
18 cm²
D
19 cm²

Slide 29 - Quizvraag