2024-01-24 ISK-C

Добрый день       گودمید روز        नमस्कार        Доброго дня            İyi günler          
Buenas tardes     Boa tarde      

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Добрый день       گودمید روز        नमस्कार        Доброго дня            İyi günler          
Buenas tardes     Boa tarde      

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen vandaag
  • Herhalen woorden uit tekst 'Hoogwater'
  • Rijken steeds rijker, armen steeds armer
  • Woordenboek gebruiken
  • Jeugdjournaal

Slide 2 - Tekstslide

maak de opdracht 
  • Ik deel zo meteen een opdracht uit
  • De opdracht gaat over Woordenschat
  • Vul de goede woorden in
  • Tijd: 5 minuten

  • Als je klaar bent leg je de opdracht op de hoek van de tafel
  • Na vijf minuten haal ik de opdrachten op

Slide 3 - Tekstslide

Woorden schatten
  • Vul de lijst die ik zo meteen uitdeel in
  • Het is een lijst met woorden
  • Er zijn vier kolommen:
       - ik ken het woord niet
       - ik heb het woord wel eens gezien maar weet niet wat het betekent
       - ik weet ongeveer wat het betekent maar kan het niet uitleggen
       - ik ken het woord en kan het woord uitleggen aan een ander
  • 5 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Woordenboek gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

Zoek in tweetallen de rest van de woorden op in het woordenboek
Tijd: 10 minuten

Slide 6 - Tekstslide

zich inzetten
je best doen
armoede
geen/weinig geld hebben
verdelen
iedereen een deel geven
rapport
verslag met resultaten van een onderzoek
kloof
verschil
oprichter
iemand die iets is begonnen
eigenaar
bezitter
bekend maken
vertellen,
publiceren
erven
iets krijgen
van iemand die dood is
rondkomen
genoeg geld hebben

Slide 7 - Tekstslide

ga rechtop zitten

draai cirkels met je 
rechtervoet 
- rechtsom

teken met je rechterhand
een zes in de lucht
kun jij dit?

Slide 8 - Tekstslide

We gaan naar het Jeugdjournaal kijken
.
Pak je schrift en een pen / potlood
Ik zet het beeld regelmatig stil
- voor uitleg
- om vragen te stellen
Maak daar notities van

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Woordenschat - maak notities

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vandaag hebben wij
  • woorden geleerd die met hoogwater te maken hebben
  • nagedacht over of we woorden kennen
  • geleerd hoe je woorden in een woordenboek kunt opzoeken
  • woorden geleerd uit het jeugdjournaal

Volgende week gaan we ACTIEF leren lezen

Slide 15 - Tekstslide

Tekst actief lezen
Dat betekent vragen stellen bij de tekst

vragen beginnen vaak met:
wie - wat - waarom - welke - hoe

Slide 16 - Tekstslide

Nieuwsbegrip: Tekst
Eerst de kop lezen
Dan de tussenkopjes en de foto's

Vraag: waar gaat de tekst over?

Daarna per alinea lezen en een vraag stellen
Week 3 - Digibord

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Voorspellen
Vraag: waar gaat deze tekst over, denk je?
Schrijf de vijf dingen in je schrift 
die met het onderwerp te maken hebben

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Woordweb

Lees de inleiding
Welke vraag kun je stellen over de inleiding?
Schrijf deze vraag in je schrift.

Slide 21 - Tekstslide

Wat blijkt er uit het onderzoek van Oxfam Novib?
Schrijf deze vraag in je schrift

Daarna leest Matvey de inleiding voor
De rest leest mee

Daarna schrijf je jouw antwoord op deze vraag in je schrift

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het goede antwoord?
Het verschil / de kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter

The difference between rich and poor is still growing

Slide 23 - Tekstslide

Lees de alinea Kloof steeds groter
Welke vraag kun je stellen over dit stukje tekst?
Schrijf deze vraag in je schrift.

Slide 24 - Tekstslide

Wat onderzoekt Oxfam Novib elk jaar?
Schrijf deze vraag in je schrift

Daarna leest Raaga deze alinea voor
De rest leest mee

Dan schrijf je jouw antwoord op deze vraag in je schrift

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het goede antwoord?
Oxfam Novib onderzoekt hoe het geld over de mensen in de wereld is verdeeld

Slide 26 - Tekstslide

Wat betekent: de kloof tussen arme en rijke mensen is weer groter geworden?
Schrijf deze vraag in je schrift


Slide 27 - Tekstslide

Lees de alinea Belasting en inflatie
Welke vraag kun je stellen over dit stukje tekst?
Schrijf deze vraag in je schrift.



Slide 28 - Tekstslide

Hoe komt het dat rijke mensen steeds rijker worden?
Noem twee oorzaken


Schrijf deze vraag in je schrift

Daarna leest Alexandra deze alinea voor
De rest leest mee

Dan schrijf je het antwoord in je schrift

Slide 29 - Tekstslide

Het goede antwoord
Rijke mensen houden meer geld over
(zij betalen relatief minder belasting)

en

Rijke mensen hebben vaak een bedrijf. De bedrijven maken hun producten steeds duurder

Slide 30 - Tekstslide

Hoe komt het dat arme mensen steeds minder spullen kunnen kopen, ook al hebben ze net zoveel geld als eerst?
.



Schrijf de vraag en jouw antwoord op de vraag in je schrift

Slide 31 - Tekstslide

Het goede antwoord
Omdat de spullen in de winkels duurder worden

of

Boodschappen zijn duurder geworden

Slide 32 - Tekstslide

Lees de alinea Weggeven
Welke vraag kun je stellen over dit stukje tekst?
Schrijf deze vraag in je schrift.

Slide 33 - Tekstslide

Hoe kwam mevr. Engelhorn 
aan het geld?
.
Daarna leest Arishia deze alinea voor
De rest leest mee

Dan schrijf je jouw antwoord in je schrift

Slide 34 - Tekstslide

Waarom geeft mevr. Engelhorn zo veel geld weg?
Kies de drie goede antwoorden.

Slide 35 - Tekstslide

Lever je tekst in
Schrijf je naam op het blaadje!

Volgende week gaan we hiermee verder

Slide 36 - Tekstslide