1.4 Plaatsenbepaling op aarde B-K

1.4 Plaatsbepaling op aarde
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.4 Plaatsbepaling op aarde

Slide 1 - Tekstslide

                Waar ben ik???

Slide 2 - Tekstslide

Waar ben ik?
Waar ben ik?

Slide 3 - Tekstslide

Plaatsbepaling

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet...... 
  • waar noordelijk, zuidelijk, westelijk, oostelijk halfrond is.
  • wat lengtecirkels, breedtecirkels, evenaar, nulmeridiaan zijn en waar die zich bevinden.
  • hoe de lengtecirkels of meridianen en  breedtecirkels  of parallellen over de aarde lopen;
  • hoeveel breedtecirkels en lengtecirkels er zijn
  • Ik kan m.b.v. een atlaskaart de ligging van een plaats bepalen;

Slide 5 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 6 - Tekstslide

Stand van de aarde
De aarde draait rondom de zon, in een soort ovaal, ook wel een ellips genoemd.

De aarde ligt een klein beetje scheef, ongeveer 23 graden.

Slide 7 - Tekstslide

Waar staat de 
ijsbeer op?
En de pinguïn? 

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe noem je de 0° lijn die horizontaal over de aarde loopt?

Slide 9 - Open vraag

Twee halfronden

Slide 10 - Tekstslide

De evenaar deelt de aarde in een noordelijk en zuidelijk halfrond
Nederland  ligt op het.......halfrond   en Perth  op het.......halfrond

De evenaar 0° 

Slide 11 - Tekstslide

Breedteligging 
1. Wat zijn breedtelijnen?                                       

Vanaf de evenaar gaan er lijnen horizontaal 
(van linksnaar rechts) omhoog en omlaag.   
Dat zijn breedtelijnen.                                              
Ze beginnen bij 0 graden en lopen op tot 90
graden in het noorden en 90 graden in het  
zuiden. Deze lijnen noemen we ook                 
parallellen.                                                                     
                                                                        
                                                                      

Slide 12 - Tekstslide

Breedtecirkels of parallellen
Hoeveel breedtecirkels of paralellen zijn er op aarde?

Slide 13 - Tekstslide

180 breedtecirkels of parallellen
Er zijn 90 parallellen op het Noordelijk halfrond (NB)en 90 op het Zuidelijk halfrond (ZB). Vanaf de evenaar worden ze steeds kleiner.
Het is een denkbeeldige cirkel om de aarde die evenwijdig loopt aan de evenaar. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoge en lage breedte

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noem je de 0° lijn die van de Noordpool naar de Zuidpool loopt?

Slide 16 - Open vraag

De 0-meridiaan
De nulmeridiaan loopt vanaf de Noordpool door het plaatsje Greenwich in Engeland naar de Zuidpool. Daarom noemen we deze meridiaan ook wel de Greenwich Meridiaan (0° lengtegraad) 
De 0-meridiaan

Slide 17 - Tekstslide

Lengteligging
1. Wat zijn lengtelijnen?                                       

Vanaf de Noordpool gaan er lijnen naar de   
Zuidpool (van boven naar beneden).               
Dit zijn lengtelijnen.                                                 
 Ze beginnen bij 0 graden en lopen op tot     
180 graden in het westelijk halfrond               
en 180 graden in het  oostelijk halfrond.       
 Deze lijnen noemen we meridianen.              
                         
                                                                   
                                                                        
                                                                      

Slide 18 - Tekstslide

Greenwich
0-meridiaan
Lengtecirkel of Meridiaan

Slide 19 - Tekstslide

Lengtecirkels of meridianen
Hoeveel lengtecirkels of meridianen zijn er op aarde?

Slide 20 - Tekstslide

360 lengtecirkels of meridianen
Er zijn er 180 op het Westelijk halfrond en 180 op het Oostelijk halfrond. 
In het totaal dus 360 meridianen.
Alles wat ten oosten van de nulmeridaan ligt, noemen we oosterlengte  en ligt op het oostelijk halfrond en alles wat ten westen van de nulmeridiaan ligt noemen we westerlengte en ligt op het westelijk halfrond. Er zijn 180 graden oosterlengte en 180 graden westerlengte. 


Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Dit gaan we ff oefenen!

Slide 23 - Tekstslide

10 graden Zuiderbreedte
10 graden Noorderbreedte
40 graden Noorderbreedte
40 graden Noorderbreedte

Slide 24 - Tekstslide

Luanda ligt op
A
10° NB
B
10° ZB

Slide 25 - Quizvraag

Welke plaats ligt op 30° NB?
A
Caïro
B
Mekka
C
Madrid
D
Durban

Slide 26 - Quizvraag

Welke plaats ligt op 20° ZB en 40 °WL?

Slide 27 - Tekstslide

Welke plaats ligt op 20° ZB en 40 °WL?
A
1
B
2
C
4
D
B

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Twee lijnen
Een breedtelijn  en een lengtelijn kruisen met elkaar. Het punt waar deze lijnen kruisen noemen we de locatie van een stad, berg enz. Deze locatie zegt je waar je bent. 
 De getallen van de kruising van de lijnen noemen we de coördinaten. 
Coördinaten zijn cijfers die aangeven waar een punt ligt. 
                                             
                                                   
                                                    

Slide 30 - Tekstslide

Coördinaten zijn cijfers waarmee een locatie op aarde wordt vastgelegd.
Je weet zo waar iets op aarde ligt (=locatie)
We gebruiken hiervoor de volgende afkortingen:
Noorderbreedte: NB
Zuiderbreedte: ZB


Westerlengte: WL
Oosterlengte: OL

De breedtelijn wordt altijd als eerste genoemd. Dus 65 NB, 90 OL


Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Tussen de breedte- en lengtelijnen....
Het aardoppervlak  tussen de breedtelijnen / pararlellellen verdelen we in "minuten" en "seconden" . Zo kun je nog preciezer aangeven waar iemand is.

Het zelfde doen we met het aardoppervlak tussen de lengtelijnen / meridianen.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Even kort samengevat.....
  • Evenaar: is de breedtecirkel die de wereld in 2 helften verdeelt: Noordelijk halfrond en Zuidelijk halfrond. 
  • Nulmeridiaan: Is de lengtecirkel die over Greenwich/Londen loopt die de wereld in 2 helften verdeelt, samen met 180 graden meridiaan: Westelijk halfrond en Oostelijk halfrond.
  • Tussen elke breedtecirkel/meridiaan liggen 60 minuten, elke minuut is onderverdeeld in seconden.
  • Plaatsbepaling: altijd eerst de breedteligging (afstand tot de evenaar), dan de lengteligging (afstand tot de nulmeridiaan).
  • Dus eerst noorderbreedte NB / zuiderbreedte ZB en dan westerlengte WL / oosterlengte OL

Slide 36 - Tekstslide

Oké. nou weet ik waar ik moet zijn.

Tot de volgende keer!

Slide 37 - Tekstslide

Controlevragen
1. Wat zijn breedtelijnen?
2. Wat zijn lengtelijnen?
3. Wat zijn coördinaten?
4. Wat is een halfrond? Welke halfronden zijn er?
5. Noem een ander woord voor breedtelijn en voor lengtelijn. 
6. Wat bedoelen we met de coördinaten van een locatie?
7.  Noem de afkortingen van een parallel en van een meridiaan.
 

Slide 38 - Tekstslide