1 vmbo-bk 1.2 Kennismaken: de bouw van organismen

1.2 De bouw van organismen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.2 De bouw van organismen

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
korte herhaling vorige les
nieuwe theorie: 1.2 de bouw van organismen
zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

herhalen 1.1
Belangrijkste begrippen:
- organisme
- levend, dood en levenloos
- 7 levensverschijnselen


Slide 3 - Tekstslide

1.1 biologie en verzorging
organisme = een levend wezen
Organismen vertonen levensverschijnselen.

Er zijn 7 levensverschijnselen (die moet je allemaal kennen).

Slide 4 - Tekstslide

1.1 biologie en verzorging
7 levensverschijnselen:
- waarnemen (voelen, ruiken, proeven en horen)
- bewegen
- voeden (eten)
- ademhalen
- uitscheiden (plassen en poepen)
- groeien
- voortplanten

Slide 5 - Tekstslide

1.1 biologie en verzorging
In de natuur kan iets levend, dood of levenloos zijn.

Aan de levensverschijnselen kan je zien dat iets leeft (= levend).

Als een organisme deze levensverschijnselen niet meer heeft, dan is het dood.

In de natuur zijn ook voorwerpen die nooit hebben geleefd. Dat noem je levenloos.



Slide 6 - Tekstslide

nieuw: 1.2 de bouw van een organisme
van klein naar groot:
cellen -> organen -> orgaanstelsel

Slide 7 - Tekstslide

1.2 de bouw van organismen
organen: delen van organismen die bepaalde taken (functies) uitvoeren.
Elk orgaan heeft een eigen taak.

Voorbeelden: hart, longen, huid

De volgende organen moet je kunnen benoemen in een afbeelding van een torso: hart, longen, maag, lever, dikke darm, dunne darm, nieren

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

1.2 De bouw van organismen
Ook een plant heeft organen!!!

Wortels, stengels en bladeren zijn organen van een plant.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

1.2 de bouw van organismen
Vaak werken meerdere organen samen aan een bepaalde taak. Een groep organen die samenwerken, noem je een organenstelsel.

Voorbeeld: verteringsstelsel, bloedvatenstelsel, bottenstelsel, zenuwstelsel.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

1.2 de bouw van organismen
organen bestaan uit cellen

Cellen zijn de bouwstenen van organen.
Cellen kan je alleen met een microscoop zien.

Voorbeeld: bloedcellen, zenuwcellen, botcellen en spiercellen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 16 - Tekstslide

zelf aan de slag
1.2 de bouw van organismen: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 14 t/m 19

Slide 17 - Tekstslide