Periode 3 herhalen toets 1
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke hoek is recht?
A
B
C
Slide 4 - Quizvraag
Welke lijnstukken zien we hier?
A
AB
B
BC
C
Geen
D
AB, BC en AC
Slide 5 - Quizvraag
Welke lijnen snijden elkaar?
A
Geen enkele
B
Alleen r, q
C
Alleen p, q
D
Zowel r,q als p,r
Slide 6 - Quizvraag
Jasmijn wil een loodlijn tekenen. Krijgt zij op deze manier een goede loodlijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
De loodrechte lijnen zijn
A
c en d
B
a en b
C
c en b
D
d en e
Slide 8 - Quizvraag
De evenwijdige lijnen zijn
A
c en d
B
a en c
C
c en b
D
d en e
Slide 9 - Quizvraag
Welke lijnen snijden elkaar?
A
Geen enkele
B
Alleen r, q
C
Alleen p, q
D
Zowel r,q als p,r
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Bereken de omtrek
A
40m
B
42m
C
44m
D
15m
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Bij het omrekenen met oppervlakte eenheden moet je per stap..
A
delen door 10
B
delen door 100
C
delen of vermenigvuldigen met 10
D
delen of vermenigvuldigen met 100
Slide 15 - Quizvraag
Omrekenen
200 mm² = cm²
200 mm² = cm²
A
20
B
2000
C
20000
D
2
Slide 16 - Quizvraag
Omrekenen
6,1 m² = cm²
6,1 m² = cm²
A
610
B
6100
C
61000
D
0,61
Slide 17 - Quizvraag
Reken uit:
0,123 m² = _________ cm²
0,123 m² = _________ cm²
A
12,3 cm²
B
1230 cm²
C
0,123 cm²
D
123 cm²
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
8m²
B
80m²
C
800m²
D
80000m²
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
4,6 m³ is .... L
A
46
B
460
C
4600
D
0,046
Slide 22 - Quizvraag
2L = ..... hL
A
0,2
B
20
C
0,02
D
200
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
(ieder vakje is een cm)
(ieder vakje is een cm)
A
15
B
10
C
7½ cm²
D
7½
Slide 24 - Quizvraag
Welke driehoek is 5 cm²
A
I
B
III
C
II
D
IV
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Waar wil je nog uitleg over hebben?
