BS 10.5: Het netvlies

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

BS 10.5: Het netvlies

Planning

• Herhaling BS 10.4
• Leerdoelen
• Uitleg BS 10.5
• Opdrachten maken
• Wat hebben we geleerd?

Herhaling BS 10.4

• Welke 2 soorten spieren zorgen voor de pupilreflex?
• Hoe lopen die spieren in de iris?
• Wat gebeurt er als ze samentrekken?
• Wat is accommoderen?
• Hoe werkt de kringspier om de lens en wat doet dat met de lensbandjes?

Leerdoelen

• Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven.

Door welke onderdelen gaat licht?

Hoornvlies - pupil - lens - glasachtig lichaam - netvlies - gele vlek

Welke twee soorten zintuigcellen zijn er in het oog?

1. Rondjes en vierkantjes
2. Ruitjes en piramidetjes
3. Kegeltjes en staafjes
4. Ovaaltjes en bolletjes

Soorten zintuigcellen

Kegeltjes werken als er veel licht is: ziet er kleur mee

Staafjes werken ook goed als er weinig licht is: ziet er contrast mee (donker-licht)

Gele vlek

Daar kun je het beeld het scherpst waarnemen omdat daar voornamelijk de kegeltjes zitten

Kleurenblind

• Bepaalde kegeltjes werken niet goed
• Roodgroenkleurenblind

Opdrachten maken

Maak BS 10.5: opdrachten 1, 2, 3, 5, 6

Wat hebben we geleerd?

• Door welke onderdelen van het oog gaat het licht?
• Welke 2 soorten zintuigcellen zijn er in het oog?
• Wat zie je met die zintuigcellen?
• Waarom zie je het scherpst met de gele vlek?
• Wat gaat er mis met kleurenblindheid?