W11 i2 d3 2F ruimtelijke figuren en platte figuren

Vlakke en ruimtelijke figuren
2F
Domein 3 Meten en meetkunde
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vlakke en ruimtelijke figuren
2F
Domein 3 Meten en meetkunde

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn vlakke figuren?

Slide 2 - Woordweb

4.1 Vlakke figuren
  • Vlakke figuren zijn tweedimensionaal.
  • Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90°) snijden noemen we haaks of loodrecht.
  • Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden noemen, zijn evenwijdig of parralel.

Slide 3 - Tekstslide

Welke vlakke figuren hebben een rechte hoek ?
A
vlieger
B
parallellogram
C
vierkant
D
ruit

Slide 4 - Quizvraag

Vlakke figuren zijn
A
twee dimensionaal
B
drie dimensionaal

Slide 5 - Quizvraag

Welke figuren zijn vlakke figuren?
A
2, 7, 8
B
1, 3, 4, 5
C
1,3,8
D
geen

Slide 6 - Quizvraag

4.1 Symmetrie
Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.

Slide 7 - Tekstslide

Figuren kunnen we indelen in vlakke figuren en ruimtefiguren.
Sleep de namen van de figuren naar de juiste plek.
Vlakke figuur
Ruimte figuur
Ruit
Vlieger
Kubus
Piramide
Vierkant
Cilinder
Driehoek
Parallellogram
Rechthoek

Slide 8 - Sleepvraag

Welke ruimtelijke figuren ken je?

Slide 9 - Woordweb

4.4 ruimtelijke figuren
Ruimtelijke figuren zijn  driedimensionaal

Slide 10 - Tekstslide

De eenheid van oppervlakte is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 11 - Quizvraag

Hoe bereken je de omtrek van
een rechthoek?
A
lengte + breedte x 2
B
lengte x breedte x hoogte
C
lengte + breedte + hoogte
D
lengte x breedte

Slide 12 - Quizvraag

Hoe bereken je de oppervlakte?
A
lengte + breedte
B
lengte x breedte x hoogte
C
lengte + breedte + hoogte
D
lengte x breedte

Slide 13 - Quizvraag

piramide
cillinder
kegel
bol
balk
prisma
kubus

Slide 14 - Sleepvraag

Welke vlakke figuren herken je in
de zijvlakken van de ruimtelijke figuren?

Slide 15 - Woordweb

4.4 dobbelsteen
De vlakken tegenover elkaar liggen 
zijn tezamen altijd 7

Slide 16 - Tekstslide

Welke dobbelsteen uitleg is juist?
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 18 - Quizvraag

Welke ruimtefiguren hebben alleen platte vlakken?
A
Kubus, Balk, Bol
B
Kubus, Kegel, Piramide
C
Kubus, Prisma, Kegel
D
Kubus, Balk, Piramide

Slide 19 - Quizvraag

1. Wat is geen ruimtefiguur?
A
piramide
B
kegel
C
vierkant
D
kubus

Slide 20 - Quizvraag


Hoe heet dit
ruimtefiguur?
A
Kegel
B
Balk
C
Kubus
D
Rechthoek

Slide 21 - Quizvraag

Van een kubus zijn de ribben
even lang. Welk figuur zou dus
een kubus moeten zijn?

A
Figuur I
B
Figuur II

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke ruimtefiguur hoort uitslag B?
A
balk
B
piramide
C
kubus
D
geen van deze antwoorden

Slide 23 - Quizvraag

Van welk ruimtefiguur is dit een uitslag?
A
Kegel
B
Balk
C
Cilinder
D
Bol

Slide 24 - Quizvraag