Les 3: Migratie en cultuuruitingen_deel2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Startklaar

         Jas uit, telefoon in Zakkie

         Pen en schrift I&S/JdW-map op tafel

         Start je laptop op en open LessonUp

Welkom bij Individuals & Society

Unit 4: Wereldwijk

Learner Profile: Communicators/Inquirers

ATL: Communication skills/Information literacy skills

Related concepts: Culture

Key concept: Global Interactions

Wereldwijd contact leidt tot overeenkomsten, diversiteit en verbinding tussen culturen in de Haagse Schilderswijk.

Global context: Globalization and sustainability

Schrijf dit op in je schrift / notities

Programma

• Leerdoelen
  
• Waar hadden we het ook alweer over?
• Migratiegeschiedenis Nederland: Indonesië en Antillen (aan de slag)
• Huiswerkcontrole
• Cultuuruitingen op straat: huiswerkopdracht
• Reflectie en leerdoelen check

Leerdoelen

- Je kan in eigen woorden uitleggen wanneer en waarom mensen vanuit Suriname en de Antillen naar Nederland zijn gekomen.

- Je kan bronnen op de juiste manier gebruiken.

 
 

Wat is onze hoofdvraag?

Яке наше основне питання?

Welke overeenkomsten, verschillen en verbindingen tussen culturen zijn er in de Schilderswijk?

Welke groepen waren er ook alweer?

Suriname

Antillen

Instructie deel 1

• We werken in 4 groepjes van 2/3 leerlingen.
• Je onderzoekt óf Suriname of de Nederlandse Antillen.
• Geef antwoord op de volgende vragen:
• 1. Wanneer kwamen de meeste migranten naar NL?
• 2. Waarom kwamen de meeste migranten naar NL?
• 3. Waar gingen de meeste migranten wonen?
• Gebruik minimaal 3 verschillende bronnen voor je informatie en noteer ze. 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

1. Wanneer kwamen de meeste migranten naar NL?

2. Waarom kwamen de meeste migranten naar NL?

3. Waar gingen de meeste migranten wonen?

Gebruik minimaal 3 verschillende bronnen 

voor je informatie en noteer ze. 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Instructie deel 2

• Je gaat nu samen zitten met een groepje dat een ander onderwerp had (er zijn nu dus twee groepen in de klas).
• De andere groep gaat aan jullie vertellen welke informatie ze hebben gevonden.
• Let goed en maak aantekeningen. Je presenteert zo meteen niet je eigen informatie, maar die van de andere groep!

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wissel uit

1. Wanneer kwamen de meeste migranten naar NL?

2. Waarom kwamen de meeste migranten naar NL?

3. Waar gingen de meeste migranten wonen?

4. Welke bronnen heb je gebruikt?

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Instructie deel 3

• Van iedere groep krijgt iemand de beurt om de informatie van het andere land dan waarnaar je onderzoek hebt gedaan te delen met de rest van de klas. 
• Er komen dus twee leerlingen aan het woord.
• Als de leerling klaar is, mogen de onderzoekers aanvullen (eerder niet).

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Reflectie op leerdoelen

- Je kan in eigen woorden uitleggen wanneer en waarom mensen vanuit Suriname en de Antillen naar Nederland zijn gekomen.

- Je kan bronnen op de juiste manier gebruiken.

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Zichtbare cultuuruitingen: eten

Andere ideeën van jullie zelf (uit vorige les): kleding, schrift (taal), geloof, muziek, feestdagen.

Exit: upload een foto van een andere cultuuruiting dan eetcultuur