Les 6-14102024 - Ondersteunen bij lopen

WELKOM KLAS 2!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

WELKOM KLAS 2!

Slide 1 - Tekstslide

JdW-klimwijzer

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblikken op de vorige les en afspraken maken.
  • Herhaling van de lesstof vorige week. 
  • Theorie ondersteuning bieden aan de arm.
  • Oefenen ondersteuning bieden aan de arm.
  • Theorie rolstoel gebruiken.
  • Oefenen rolstoel gebruiken. 
  • Terugblikken op de oefeningen. 
  • Leerdoelenkaart uitdelen - doornemen - afvinken. 
  • Afsluiting van de les. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Na de les kan ik ondersteuning bieden aan de arm (licht - meer - veel ondersteunen).
  • Na de les kan ik een rolstoel duwen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 5 - Woordweb

Hoe kan je een ander persoon helpen met lopen?

Slide 6 - Woordweb

Hoe noem je dit? Wanneer gebruik je dit?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe noem je dit? Geef een voorbeeld wanneer je dit gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe noem je dit? Welke mensen gebruiken dit?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe noem je dit? Welke mensen gebruik dit?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is de eerste stap wat je doet als je iemand helpt bij het lopen?
A
Aan zijn of haar arm trekken.
B
Je nodigt uit om je arm te pakken.
C
De arm van de ander vast pakken.
D
De arm van de ander klem zetten.

Slide 12 - Quizvraag

Stel je voor dat een oudere persoon graag wilt dat je aan de linkerkant van diegene loopt. Wat zou een reden kunnen zijn?
A
De oudere persoon kan minder goed horen aan de rechterkant.
B
De oudere persoon vind dit gewoon leuk.
C
De oudere persoon kan de omgeving beter zien.
D
De oudere persoon is zwakker aan de linkerkant en heeft daar dus meer ondersteuning nodig.

Slide 13 - Quizvraag

Oefen de volgende techniek:
Ondersteunen bij het lopen zonder hulpmiddelen, lopen aan de arm:
-Licht ondersteunen bij lopen aan de arm.
LET OP!!
-Nodig de persoon uit om je arm vast te pakken.
-Vertel duidelijk wat jullie gaan doen en waar jullie naar toe gaan.
-Wees beleefd en vriendelijk. 
-Als je klaar bent dan ruil je om, iedereen moet een keer aan de beurt zijn gekomen. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hoe noem je de greep die je gebruikt als iemand meer ondersteuning nodig heeft?
A
Hand - pols greep
B
Hand - voet greep
C
Hand - arm greep
D
Arm - pols greep

Slide 16 - Quizvraag

Wat doe je als eerst bij de zorgvrager?

Slide 17 - Open vraag

Als je begint met lopen wat is dan belangrijk dat hetzelfde is als de zorgvrager?
A
Je moet net zo lang zijn als de zorgvrager.
B
Dezelfde voeten tegelijk.
C
Je moet aan dezelfde kant staan.
D
Je snelheid en ritme met lopen.

Slide 18 - Quizvraag

Oefen de volgende techniek:
Ondersteunen bij het lopen zonder hulpmiddelen, lopen aan de arm:
-Meer ondersteunen bij lopen aan de arm.
LET OP!!
-Vertel duidelijk en stap voor stap wat de hand- arm greep is.
-Vertel duidelijk wat jullie gaan doen en waar jullie naar toe gaan.
-Wees beleefd en vriendelijk. 
-Als je klaar bent dan ruil je om van rol. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Waar hou je de zorgvrager vast?
A
hand en riem
B
hand en heupen
C
hand en broekband
D
hand en mouw

Slide 21 - Quizvraag

Oefen de volgende techniek:
Ondersteunen bij het lopen zonder hulpmiddelen, lopen aan de arm:
-Stevig ondersteunen bij lopen aan de arm.
LET OP!!
-Vertel duidelijk en stap voor stap wat je gaat doen.
-Vertel duidelijk waar jullie naar toe gaan.
-Wees beleefd en vriendelijk. 
-Als je klaar bent dan ruil je om van rol. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat beweegt gelijk aan elkaar?

Slide 24 - Open vraag

Wie loopt er naar achteren?
A
De zorgvrager
B
De zorggever
C
De patient
D
De client

Slide 25 - Quizvraag

Oefen de volgende techniek:
Ondersteunen bij het lopen zonder hulpmiddelen, lopen aan de arm:
-Ondersteunen met twee armen.
LET OP!!
-Vertel duidelijk en stap voor stap wat je gaat doen.
-Vertel duidelijk waar jullie naar toe gaan.
-Wees beleefd en vriendelijk. 
-Als je klaar bent dan ruil je om van rol. 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe zijn de technieken uitgevoerd?
  • Wat heb je gedaan?
  • Wat ging er goed?
  • Wat ging er minder goed?
  • Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Hoe moeten je armen staan als je de rolstoel duwt?
A
Strak naar voren.
B
Strak naar achteren.
C
Lichtjes gebogen.
D
Als een zoutzak

Slide 29 - Quizvraag

Hoe ga je met de rolstoel van een stoep af?
A
Je draait de rolstoel achteruit.
B
Je draait de rolstoel naar voren
C
Je tilt de rolstoel een beetje omhoog.
D
Je duwt de rolstoel hard en snel van de stoep af.

Slide 30 - Quizvraag

Hoe ga je met de rolstoel een stoep op?
A
Je rijdt de rolstoel snel en hard tegen de stoeprand aan.
B
Je zet je voet op de trapblok en kiept de rolstoel naar achteren.
C
Je vraagt de zorgvrager om even op te staan.
D
Je duwt de rolstoel naar achteren en rijdt op twee banden de stoep op.

Slide 31 - Quizvraag

Waar moet je opletten als je een scherpe bocht maakt?
A
Op je arm.
B
Op je hand.
C
Op je rug.
D
Op je voet.

Slide 32 - Quizvraag

Leerdoelenkaart:
  1. De docent deelt de leerdoelenkaart uit.
  2. Lees de kaart goed door.
  3. Welke leerdoelen heb je al behaald?
  4. Zet een kruisje bij de leerdoelen die je hebt behaald.
  5. Zet de leerdoelenkaart in je JDW map en zorg dat je deze elke les bij je hebt!

Slide 33 - Tekstslide

Vandaag heb ik geleerd:

Slide 34 - Woordweb

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 35 - Poll

Dit is belangrijk in het dagelijks leven omdat:

Slide 36 - Woordweb

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll