week 5-2 ein gruppe
1 / 29
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
das Gemüse
die Suppe
das Brötchen
das Frühstück
der Orangensaft
der Kaffee
Slide 4 - Sleepvraag
der Kuchen
die Butter
das Obst
der Käse
die Milch
der Tee
Slide 5 - Sleepvraag
Messer
Löffel
Gabel
Teelöffel
Slide 6 - Sleepvraag
Apfel
A
der
B
die
C
das
Slide 7 - Quizvraag
___Obst
A
der
B
die
C
das
Slide 8 - Quizvraag
der Rosenkohl
A
de rodekool
B
de rozenkool
C
het spruitje
Slide 9 - Quizvraag
Vertaal:
eten - drinken
eten - drinken
Slide 10 - Open vraag
Welke lidwoorden kloppen?
Messer, Gabel, Löffel
Messer, Gabel, Löffel
A
die, der, das
B
das, die, der
C
der, die , das
D
das, der ,die
Slide 11 - Quizvraag
Vertaal: het avondeten
Slide 12 - Open vraag
Vertaal: de koffie
Slide 13 - Open vraag
Vertaal: de thee
Slide 14 - Open vraag
Vertaal: het gebak
Slide 15 - Open vraag
Vertaal: nauwelijk
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Welke onbepaalde lidwoorden krijgen een e als uitgang?
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)
Slide 21 - Quizvraag
eine
keine
ein
ein
der
die
das
die (mv)
Slide 22 - Sleepvraag
Möchtest du (een) Banane (v)?
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine
Slide 23 - Quizvraag
Ich mag (geen) Zintrone (mv)
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine
Slide 24 - Quizvraag
Julia ist ... Freundin von Petra.
A
keine (ev)
B
ein (o)
C
ein (m)
D
keine (mv)
Slide 25 - Quizvraag
Er ist ... Freund von mir.
A
-
B
eine
C
ein (m)
D
ein (o)
