In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
3.1 Leenheren en leenmannen
Slide 1 - Tekstslide
Welke doelen proberen we te bereiken
Hoe bestuurde Karel de Grote zijn Rijk?
War houdt het leenstelsel precies in?
Slide 2 - Tekstslide
Eerst de naam:
De Middeleeuwen
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Slide 3 - Tekstslide
Tijdvak 3: Monniken en ridders
500-1000!
Slide 4 - Tekstslide
Tijdvak 4: tijd van Steden en Staten
Jaartallen: 1000 tot 1500
Slide 5 - Tekstslide
Onrustige tijden in Europa
500-800
Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.
Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)
Slide 6 - Tekstslide
Het Frankische Rijk
751-870
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.
Slide 7 - Tekstslide
Karel de Grote
Vorst van het Frankische Rijk
Zo'n groot rijk.... dat was moeilijk besturen!
Slide 8 - Tekstslide
Keizer Karel
Bedacht een oplossing!!
Slide 9 - Tekstslide
Het leenstelsel
Karel de Grote kon zijn grote rijk niet alleen besturen.
Daarom kreeg hij hulp van leenmannen: mannen die met hem meevochten. Hem met raad en daad bij stonden.
In ruil daarvoor mochten ze een stuk land besturen. Opbrengst houden.
Karel de Grote noemen we dan de leenheer.
Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme
Slide 10 - Tekstslide
Dat leenstelsel. Ingewikkeld! Probeer het eens in je eigen woorden..
Slide 11 - Open vraag
De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
Hij moest trouw zweren aan de koning;
Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen;
Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.
Slide 12 - Tekstslide
De oplossing: het feodalisme/leenstelsel
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
OneNote
opdrachten maken van 3.1.
Slide 15 - Tekstslide
Tweede les
3.1 Leenheren en leenmannen
Slide 16 - Tekstslide
In welk tijdvak leefde Karel de Grote?
Slide 17 - Open vraag
Karel de Grote is in het systeem van het leenstelsel de
A
leenheer
B
leenman
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Welke doelen proberen we te bereiken
Hoe bestuurde Karel de Grote zijn Rijk? ✔
War houdt het leenstelsel precies in? ✔
Slide 20 - Tekstslide
Welke doelen proberen we te bereiken
Waarom werd het na de dood van Karel weer onveilig in Europa?
Waarom werden er kastelen gebouwd?
Wat was de functie van een ridder?
Slide 21 - Tekstslide
Kijk en luister
Nu aandachtig naar de verhalen over Ridders!
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Na Karels dood
Viel het Frankische rijk uiteen en werd het onveilig!
Slide 25 - Tekstslide
Door
Oorlogen, rovers en invallen van buitenaf werd het onveiliger!
Slide 26 - Tekstslide
De vikingen kwamen uit Scandinavië (Noord-Europa). Het waren sterke mannen die door te vechten in Walhalla (de viking hemel) zouden komen.
De vikingen waren goede botenbouwers. Zij maakten kleine, stevige oorlogsschepen waarmee zij naar veel landen voeren.
De vikingen handelden met andere landen en zij gingen op rooftocht. Zij plunderden dorpen en steden, die zij vervolgens in brand staken. Iedereen was bang voor deze woestelingen.