Financieel 1

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Brutowinstopslag is 48%. Btw-opslag is 9%. De inkoopprijs is €60. Bereken de omrekenfactor. Rond je antwoord af op 4 decimalen.

Brutowinstopslag is 48%. Btw-opslag is 9%. De inkoopprijs is €60.
Bereken de consumentenprijs

1. €96,79
2. €88,8
3. €65,40

De omrekenfactor is 1,6132. De inkoopFACTUURprijs is €43,56.
Bereken de consumentenprijs. Rond af op 2 dec.

De omrekenfactor is 1,508. De inkoopFACTUURprijs is €60,50.
Bereken de consumentenprijs. Rond af op 2 dec.

De inkoopfactuurprijs €605.
De omrekenfactor is 2,04.

Bereken de verkoopprijs. Ga uit van het hoge btw tarief.

Een ondernemer heeft elk jaar vaste kosten van €21.000
Hij verkoopt schoenen voor €50 per paar exclusief btw. De variabele kosten per paar schoenen zijn €20. Bereken de break-even-afzet.

Een ondernemer heeft elk jaar vaste kosten van €720.000
Hij verkoopt zijn producten voor €1200 per stuk exclusief btw. De inkoopprijs is €400 per product. Bereken de break-even-afzet.

Bv. De snack draait jaarlijks een omzet van €800.000. Het bedrijf rekent met een brutowinstmarge van 40%. De constante kosten zijn elk jaar €25.000.

Een onderneming draait een jaarlijkse omzet van €1.250.000. De vaste kosten zijn jaarlijks €260.000. Het bedrijf werkt met een brutowinst van 22%. Bereken de break-even-omzet. Rond af op 2 dec.

Een onderneming draait een jaarlijkse omzet van €70.000 De constante kosten zijn jaarlijks €3000. Het bedrijf werkt met een brutowinst van 60%. Bereken de break-even-omzet. Rond af op 2 dec.