3vm h3 nakijken bron G

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Dit gaat over alle lesstof van hoofdstuk 3

Wat betekent:
enseigner

1. lopen
2. mixen
3. onderwijzen
4. gebruiken

Wat betekent:
marrant

1. grappig
2. gemeenschappelijk
3. straks
4. want

Wat betekent:
interdit

1. onmogelijk
2. verboden
3. onmiddelijk
4. eigen

Wat betekent:
l'emploi

1. de werktijden
2. het salaris
3. het werk
4. het bijbaantje

Wat betekent:
l'infirmière

1. de verkoopster
2. de student
3. de stewardes
4. de verpleegkundige

Wat betekent:
le billet d'entrée

Wat betekent:
le médecin

Wat betekent:
le drapeau

Wat betekent:
le peuple

Zet het woord tussen haakjes in de FUTUR
Je .......... (choisir)

1. choisis
2. choisir
3. choisirai
4. choisiras

Zet het woord tussen haakjes in de FUTUR
Tu .......... (parler)

1. parlera
2. parleras
3. parlerai
4. parleront

Zet het woord tussen haakjes in de FUTUR
Nous .......... (travailler)

1. travaillerons
2. travaillerez
3. travaillons
4. travaillez

Zet het woord tussen haakjes in de FUTUR
Vous .......... (être)

1. êtrez
2. êtrons
3. serez
4. serons

Zet het woord tussen haakjes in de FUTUR
Ils .......... (finir)

1. finiras
2. finont
3. finirent
4. finiront

Wat betekent:
Tu es en quelle classe?

Wat betekent:
Quelle est ta matière préférée?

Wat betekent:
Je ne sais pas