19.K2. L2+ voornaamwoorden

Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
STARTOPDRACHT: 


Aufgabe eins, Seite zweiundsechzig


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
STARTOPDRACHT: 


Aufgabe eins, Seite zweiundsechzig


Slide 1 - Tekstslide

Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Woche: vierundvierzig
Am Ende dieser Stunde:
1. kennst du die Wörter von Lektion zwei
2. sind die Pronomen wiederholt

Slide 3 - Tekstslide

1. kennst du die Wörter von Lektion zwei
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 4 - Tekstslide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: Aufgabe vier, Seite dreiundsechzig

: Schüler selbständig

: im Buch

: vier Minuten

: woorden zijn de bouwstenen van taal
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 6 - Tekstslide

2. sind die Pronomen wiederholt
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 7 - Tekstslide

Watis het verschil tussen een persoonlijk- en een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 8 - Open vraag

jij

Slide 9 - Open vraag

jouw

Slide 10 - Open vraag

het

Slide 11 - Open vraag

zijn (schwester)

Slide 12 - Open vraag

jullie

Slide 13 - Open vraag

jullie (Tante)

Slide 14 - Open vraag

zij (meervoud)

Slide 15 - Open vraag

hun (Onkel)

Slide 16 - Open vraag

uw (Mutter)

Slide 17 - Open vraag

u

Slide 18 - Open vraag

ik

Slide 19 - Open vraag

mijn (Buch)

Slide 20 - Open vraag



                            PERSONALPRONOMEN (=persoonlijk)


                                
                       
mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun
uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr
Ihr
meine
deine
seine
ihre
unsere
eure
ihre
Ihre
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
POSSESIVPRONOMEN (=bezittelijk
der/das
die/die
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 21 - Tekstslide

1. Hans (zijn)........ein Junge.
2. Petra und Karin (hebben).......hunger.
3. Meine Freundin (wohnen)........in Oisterwijk.
4. Ihre Schwester (arbeiten).....bei Hema.
5. Dein Onkel und ich (gehen).......nach Hause.

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 22 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
  • M = er = der = stam + t
  • V = sie = die = stam + t 
  • O = es = das = stam + t
  • MV = sie/wir of ihr = die = stam + en of stam + T 

Slide 23 - Tekstslide

Dieser Unterricht lerntest du:
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 24 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Hausaufgaben:

Machen: §Wörter Lektionen 1+2 ins Heft schreiben

Slide 25 - Tekstslide