Hv3 hf3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

wat gaan we doen?

uitleg paragraaf 1 

quiz 

doorlezen paragraaf 1 

1960

Epicentrum en hypocentrum

Chili beeft

Veel aardbevingen door convergente plaatbeweging. Daardoor ontstaat een Subductiezone.

Tsunami's

Seismisch gat

Een gebied waar al lang geen zware aardbeving is voorgekomen vergeleken met andere gebieden.

Andes gebergte

Quiz

Hoe zwaar was de aardbeving op schaal van Richter in Chili in 1960?

1. 6,5
2. 7,5
3. 8,5
4. 9,5

Hoe noem je het punt waar de aardbeving aan het oppervlak komt?

1. Epicentrum
2. Hupocentrum
3. Episch centrum
4. Hypocentrum

Hoe noem je iemand die zich bezighoudt met het bestuderen van aardbevingen?

1. Vulkanoloog
2. Seismoloog
3. Archeoloog
4. Bioloog

Wat zorgde voor de meeste slachtoffers bij de aardbeving in Chili?

1. mensen kwamen onder. vallend puin
2. Ingestorte huizen
3. Een groot gat waar mensen in vielen
4. De tsunami na de aardbeving

Hoe noem je de plaatbeweging als twee aardlagen naar elkaar toe bewegen

1. Convergentie
2. Divergentie
3. Transform
4. Anvergentie

Hoe noem je het als een zwaardere plaat onder een minder zware plaat duikt?

1. Divergentie
2. Transformatie
3. Subductie
4. Drift

Welke plaat duikt weg en is dus zwaarder?

1. Oceanische plaat
2. Continentale plaat

Leg uit: wat is een seismisch gat?

Wat voor een gebergte is het Andes gebergte?

1. Plooiingsgebergte
2. Breukgebergte
3. Laaggebergte
4. Trog

Continentale plaat

Trog

Oceanische plaat

Plooiings gebergte

Subductie