p3 les 3 skills brandwonden, SHOCK, wonddrukverband

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was jullie vakantie?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EHBO
Na deze les 
  •  kan je vertellen hoe te handelen bij diverse soorten wonden
  • weet je wat shock is en hoe te handelen 
  • Wanneer 112 gebeld moet worden bij brandwonden
  • kan je een wonddrukverband en een steunverband aanleggen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

noem symptomen van ontsteking

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijt- en krabwonden 
(bv. van mens, hond, kat)​
Een bijtwond van een mens kan heel gevaarlijk zijn(veel bacteriën, risico van HIV)​

  • Controleren op tetanus (langer dan 10  jr geleden opnieuw inenten)​
  • Schoonspoelen met water​
  • Ontsmetten​
  • Afdekken met pleister of verband​
  • Bij grote bijt- of krabwond naar arts​
  • Bij eerste ontstekingsverschijnselen direct arts inschakelen​







Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  • Vuur = bijvoorbeeld vlam in de pan
  • Hitte = bijvoorbeeld heet oppervlak (oven) of heet water
  • Wrijving = bijvoorbeeld schuren over een wegdek
  • Straling = bijvoorbeeld van de zon of bij bestraling
  • Chemisch = bijvoorbeeld bijtende schoonmaakproducten

Extreme kou heeft hetzelfde effect = noem je een vrieswond

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende graden brandwonden
1ste graad                          2de graad                            3de graad

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bel 112 bij brandwonden aan..
  • Luchtwegen (te veel rook inademen)
  • Gezicht, oren, handen, voeten, gewrichten of geslachtsdelen
  • Volledige nek, romp of ledematen (rondom)
  • Bij twijfel van ernst of diepte van de brandwond.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hoef je GEEN hulp in te schakelen?
A
Als het een volwassene is van 62 jaar met een brandwond
B
Als de schouders door de zon 1e graads verbrand zijn
C
Als een peuter een hete oven aanraakt en blaren op zijn handen heeft
D
Als er hete dampen worden ingeademd

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De behandeling van wonden hangt af van het soort wond.
Er zijn verschillende manieren om infectie van een wond te voorkomen. Welke manier is NIET juist?
A
Een wond reinigen met schoon leidingwater
B
Het gebruiken van desinfecterende middelen
C
Een wond direct afplakken
D
Hygiënisch werken bij het verbinden

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ERNSTIGE bloedingen:  
ARTS is eindbehandelaar 


  • Geef druk op de wond  
  • Dek de wond steriel af (snelverband, drukverband, traumazwachtel) 
  •  Houd het slachtoffer in de gaten i.v.m. gevaar op shock 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is shock?
  • Door een te lage bloeddruk ontstaat shock. De EHBO'er kan voorkomen dat het erger wordt.
  • Shock kan lijken op een flauwte, maar bij een flauwte komt het slachtoffer snel weer bij. 
  • Een shock kan direct na een ongeval optreden, maar ook enige uren daarna. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak:
Actieve inwendige 
of uitwendige bloeding

andere oorzaken:
  1. slecht functioneren van het hart
  2. brandwonden
  3. uitdroging
  4. vergiftiging
  5. zeer ernstige allergische reacties.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkennen van Shock

  • grauw/bleek
  • nagelbedden bleek
  • klam en zweet komt na     wegvegen niet terug
  • dorstig
  • oppervlakkige, snelle ademhaling en hartslag
  • angstig / onrustig

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je
als eerste bij shock:
A
afdekken met deken
B
112 bellen
C
vitale functies controleren
D
iets te drinken geven

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Materiaal nodig voor wonddrukverband
gerold snelverband zit in papieren verpakking
In plaats van gerold snelverband mag je ook het gaasje en fixatiewindsel van het hoofd of vingerverband gebruiken

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een cliënt is door een ruit gevallen. Zij heeft verschillende snijwonden. Haar rechterbovenarm bloedt hevig.

Welke eerste hulp verleen jij?
TIP
Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Je laat de cliënt op een stoel zitten.
B
Je legt een wonddrukverband aan als dat mogelijk is en schakelt deskundige hulp in.
C
Als het kan, leg je het getroffen lichaamsdeel hoog.
D
Als er een voorwerp uit de wond steekt, haal je dat eruit.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het slachtoffer heeft ondertussen behoorlijk wat bloed verloren en ziet bleek. Wat kan er gebeuren? Vul het juiste woord in.

Het slachtoffer kan in ......... raken.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten Thieme Meulenhoff
Module 9.2 opdracht 5 t/m 8  

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms moet je een slachtoffer met een wond naar een arts verwijzen.

Bij welke wonden verwijs je een slachtoffer door?
Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Een slachtoffer met een wond die erg vuil is
B
Een slachtoffer met een diepe snijwond
C
Een slachtoffer met een pijnlijke kleine brandwond
D
Een slachtoffer met een bijtwond op de hand

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag                                

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steunverband

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Kneuzing van spieren en gewrichten
  Verstuiking van gewrichten en banden
  1. Koel  met een coldpack  10-20 min. Leg een theedoek tussen coldpack en huid
  2. Adviseer rust.
  3. Verwijder sieraden 

nodig: ideaalzwachtel
             kleefpleister
Leg het getroffen lichaamsdeel hoog

Slide 47 - Tekstslide

Bij de Ottawa Ankle Rules worden de volgende controles uitgevoerd:
Onmogelijkheid om de aangedane enkel te belasten (oftewel: 4 stappen kunnen zetten)
Drukpijn achter de mediale malleolus
Drukpijn achter de laterale malleolus
Drukpijn op de basis van de 5e metatarsale
Drukpijn op het os naviculare
Les 4 skills verband aanleggen
Maken in Thieme Meulenhoff:
Hoofdstuk 28 vraag 1, 3 , 4 , 5

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten Thieme Meulenhoff
Maak Module 9.2 opdracht 5 t/m 8  

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 50 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies